Brady wijst iedere garantie af met betrekking tot de verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel. Brady behoudt zich het recht voor zonder nadere kennisgeving wijzigingen aan te brengen in enig in deze handleiding beschreven product of systeem met als doel de betrouwbaarheid, de functionaliteit of het ontwerp daarvan te verbeteren.
Europese Unie waar het is gekocht. RoHS-richtlijn 2002/95/EC Deze verklaring biedt uitsluitsel over de naleving van het product van Brady met de Richtlijn 2002/95/EC van de EU, Beperking van gevaarlijke stoffen. Verklaring omtrent uitstoot klasse A China ®...
Veiligheid en het milieu Voorzorgsmaatregelen Veiligheid en het milieu Zorg dat u deze handleiding leest en begrijpt alvorens de Gebruikshandleiding ® 85 Labelprinter voor het eerst te gebruiken. Deze handleiding biedt een ® beschrijving van alle belangrijke functie van de BBP 85-printer.
Technische ondersteuning en registratie Reparatie en retournering Technische ondersteuning en registratie Contactinformatie Zoek voor reparaties en technische assistentie naar een kantoor van Brady via URL: • Noord- en Zuid-Amerika: www.bradyid.com • Europa: www.bradyeurope.com • Azië, Australië en Nieuw-Zeeland: www.bradycorp.com Registratie-informatie Ga om de printer te registreren naar www.bradycorp.com/register.
Overzicht Conventies Overzicht Informatie over dit document Het doel van deze handleiding is het verstrekken van informatie en instructies voor ® gebruik van de Gebruikshandleiding BBP 85 Labelprinter . Conventies Tijdens gebruik van dit document is het belangrijk dat u de in deze handleiding toegepaste conventies begrijpt.
Inhoudsopgave 1 - Inleiding Kenmerken en functies ................... 1-2 Compatibele toepassingen ................1-3 Systeemspecificaties ..................1-3 Toetsenbordconfiguraties ................1-4 Menu's, dialoogvensters en schermen ............1-5 Home-pagina ....................1-5 Extra-paneel ....................1-6 Menu ......................1-7 Regelpaneel ....................1-8 Acties van knoppen ..................1-9 Beschikbare labeltypes ................
Pagina 12
3 - Werken met labels Labels maken ....................3-1 Een labelbestand aanmaken vanuit een sjabloon ........3-1 Een aangepast label aanmaken ..............3-3 Labelattributen instellen ................. 3-5 Een label met een vaste lengte maken ............3-5 Een label maken met een automatisch ingestelde grootte ......3-6 Afdrukstand ....................
Pagina 13
Met objecten omgaan ................... 4-26 Objecten bewerken .................. 4-26 Objecten verplaatsen ................4-26 Objecten verslepen ................4- 26 De pijltoetsen van het toetsenbord gebruiken ........4- 27 De plaats van een object instellen ............ 4- 28 Objecten uitlijnen ..................4-29 Grootte van objecten instellen ..............
Pagina 14
7 - Systeemhulpmiddelen gebruiken Afbeeldingen importeren ................7-1 Geïmporteerde afbeeldingen verwijderen ............. 7-3 Vormen ......................7-4 Lettertypen importeren ................... 7-6 Printer-upgrades ..................... 7-7 Software-upgrades installeren ............... 7-8 Een upgrade installeren vanaf een pc ............7-8 Upgrade installeren vanaf een USB-flashdrive ........... 7-9 8 - Onderhoud Printeronderhoud ....................
Pagina 15
A - Verklarende woordenlijst B - Tekens typen en toetsenbordlay-outs Tekens typen ....................B-1 QWERTY in Noord- en Zuid-Amerika ............B-1 Europees AZERTY ..................B-2 Europees QWERTZ .................. B-3 Europees QWERTY .................. B-4 Europees cyrillisch ..................B-4 Gebruik van de invoermethode-editor (IME) ..........B-5 Chinees (vereenvoudigd) ................
Creëer een label door een tekst te typen en objecten of symbolen in te voegen, of kies een vooraf opgemaakt ontwerp voor de lay-out. Materialen en linten van Brady Corporation beschikken over de mogelijkheid om te communiceren met de printer en de software. Op deze manier kunt u de voordelen van het systeem volledig uitbuiten.
Windows-metafile (*.wmf) en Bitmap (*.bmp). • Automatisch snijmes. • Wireless- en ethernetaansluitingen via de Brady netwerkkaart (Bluethooth is niet beschikbaar). Zie de handleiding van de Brady netwerkkaart voor meer gegevens. • Druk labels af vanaf uw pc. • Automatisch snijmes.
Compatibele toepassingen Compatibele toepassingen ® De BBP 85 Labelprinter is compatibel met MarkWare™ tape- en labelsoftware en MarkWare™ EXPRESS-software voor bewijzering van faciliteiten. In combinatie met een van deze softwarepakketten herkent de printer automatisch alle ingeschakelde en compatibele materiaal. ® Opmerking: Alleen toebehoren van BBP 85 zijn geschikt voor deze printer.
Toetsenbordconfiguraties Toetsenbordconfiguraties De configuratie van uw toetsenbord is afhankelijk van de regio waar u zaken doet. Hieronder volgen de momenteel ondersteunden toetsenbordconfiguraties. ® Er zijn vijf verschillende toetsenbordconfiguraties beschikbaar voor de BBP Labelprinter . De toetsenbordlay-out en de talen die door de diverse configuraties worden ondersteund, zijn als volgt: Toetsenbordtype Toegepaste taal...
Menu's, dialoogvensters en schermen Home-pagina Menu's, dialoogvensters en schermen De volgende informatie beschrijft de menu's, dialoogvensters en schermen die ® worden gebruikt in het systeem van de BBP 85 Labelprinter . Home-pagina Wanneer u de printer voor het eerst inschakelt, wordt automatisch de Home- pagina weergegeven.
Menu's, dialoogvensters en schermen Extra-paneel Extra-paneel Het Extra-paneel bevat opties voor het bewerken van het label. Als er geen label is geselecteerd, geeft het paneel uitsluitend de Help-knop te zien. Ongedaan maken is alleen beschikbaar als er een bewerking is die ongedaan kan worden gemaakt.
Menu's, dialoogvensters en schermen Menu Menu Ga als volgt te werk om menu-opties weer te geven: 1. Tik op om het venster met de Menu-opties weer te geven. 2. Maak een keuze uit de volgende gebieden: • Bestand: Maak een nieuw bestand, open een bestaand bestand, sla een bestand op of verwijder een bestand.
Menu's, dialoogvensters en schermen Regelpaneel Regelpaneel Het Regelpaneel biedt opties die worden bepaald door het geselecteerde object of de functie die wordt uitgevoerd. Home-pagina Regelpaneel Vanuit de Home-pagina biedt het regelpaneel opties voor het selecteren van beschikbare labeltypes (bijvoorbeeld pijplabels, Right-to-Know, etc.). Deze labeltypes bieden het beginpunt voor het samenstellen van uw label.
Acties van knoppen Regelpaneel Acties van knoppen Deze acties van knoppen worden gebruikt in het hele systeem. Tenzij noodzakelijk wordt er van uit gegaan dat de werking van de knoppen duidelijk is en wordt deze niet verder uitgelegd. • Help : Is altijd beschikbaar door op de Help-knop te drukken.
Beschikbare labeltypes Regelpaneel Beschikbare labeltypes Vanuit de Home-pagina kunt u naar alle beschikbare labeltypes gaan. U kunt alle beschikbare labeltypes bekijken door te drukken op Meer labeltypes Opmerking: Niet alle labeltypes zijn beschikbaar voor alle configuraties. Pictogram Beschrijving Algemene sjablonen: Sjablonen voor het maken van veelgebruikte labeltypes.
De printer instellen De printer uitpakken en instellen Pak de printer voorzichtig uit en inspecteer hem (van binnen en buiten) en het labelsysteem voor eventuele schade veroorzaakt tijdens het transport. Opmerking: Zorg dat u alle beschermstukken voor het transport verwijdert rond de printkop en binnen de klep.
De printer uitpakken en instellen Systeemcomponenten Systeemcomponenten Figuur 2-1. Printercomponenten Toetsenbord Monitor (met tastscherm) Aan/uit-knop (Power): Bovenklep Labeluitgang Usb-poorten Wisblad Afdrukmateriaal 10 Afdrukmateriaalgeleiders 11 Snijder 12 Lint Opmerking: De printer wordt geleverd met een universele voeding die werkt op 100 á 240 V~ en 50- á 60 Hz. De printer detecteert het voltage en schakelt automatisch over voor de gewenste netspanning.
De printer uitpakken en instellen De printer instellen De printer instellen De voeding aansluiten op de printer Ga als volgt te werk om de printer in te stellen: 1. Sluit het netsnoer aan op de printer op de aangegeven plaats [1]. 2.
De printer uitpakken en instellen De printer instellen Labels en lint installeren of vervangen Het afdrukmateriaal en de lintcassette gebruiken een zogenaamde “smart cell” voor het bepalen en bijhouden van de artikelinformatie. Het systeem herkent automatisch de informatie van het geïnstalleerde afdrukmateriaal en het lint. Opmerking: Tijdens het vervangen van de labels en het lint mag de printer in- of uitgeschakeld zijn.
Pagina 31
De printer uitpakken en instellen De printer instellen 4. Plaats de linkerkant van de materiaalrolkern over de gele aandrijfkegel, trek naar links en plaats dan het einde van de rol over de tegenoverliggende aandrijfkegel. [4]. 5. Klik de gele vlag in gele geheugencel [5]. 6.
Pagina 32
De printer uitpakken en instellen De printer instellen Opmerking: Voor het vervangen van het wisserkussen, zie “Het wisblad vervangen" op pagina 8-11. 8. Zwaai het wisblad omhoog totdat het op het materiaal rust [8] (niet omhoogzwaaien bij gestanst afdrukmateriaal) . 9.
De printer uitpakken en instellen De printer instellen Materiaal verwijderen Bij deze procedure staat u met uw gezicht naar het materiaal en de lintrollen. 1. Druk op de gele knop [1] aan de rechterkant van de printer om de kap te openen, en til de kap dan omhoog.
De printer uitpakken en instellen Labels invoeren en snijden Lint verwijderen 1. Druk op de gele vrijgaveknop en licht de klep op. 2. Draai de gehele geheugencellip [2a] op de lintrol naar boven en uit de gele geheugencel [2b]. 3. Klik de haak van de geheugencellip in de lintcassettehouder. Druk de veer aan de linkerkant van de printer samen, trek beide zijden van de cassettehouder naar u toe en verwijder de cassette uit de printer.
Voeding De printer inschakelen vanuit de slaapmodus Voeding De printer starten vanuit de uitgeschakelde stand (koudstarten) Deze sectie beschrijft de startprocedure tijdens het starten vanuit de uitgeschakelde stand (bijvoorbeeld wanneer de printer is losgekoppeld van het stopcontact). De printer is niet in staat om de labelinformatie te onthouden wanneer hij is uitgeschakeld.
Voeding De printer opnieuw instellen (Reset-functie) De printer uitschakelen Wanneer het systeem wordt uitgezet, wordt het scherm uitgeschakeld en gaat de printer over naar een energiebesparingsstand. Vanuit deze stand is het koudstarten van de printer niet nodig. In deze stand kunt u het scherm aantikken of op de aan/uit-knop drukken om het systeem terug te zetten in dezelfde staat als vóór de energiebesparingsstand.
Het eerste label maken De printer opnieuw instellen (Reset-functie) Het eerste label maken ® Voor het maken van uw eerste label met de BBP 85 Labelprinter hoeft u enkel te beginnen met het typen van de tekst! U hebt geen speciale software nodig en de printer hoeft niet te zijn aangesloten op een pc om labels te maken en af te drukken.
Pagina 38
Het eerste label maken De printer opnieuw instellen (Reset-functie) Ga als volgt te werk om uw label af te drukken: 1. Na het samenstellen van het label drukt u op Afdrukken Opmerking: Er moeten lint en labels in de printer zijn geïnstalleerd alvorens u kunt afdrukken.
De printer gebruiken met een pc Het USB-stuurprogramma installeren De printer gebruiken met een pc U kunt uw pc gebruiken voor het installeren van software-upgrades of om labels te maken op de pc in plaats van rechtstreeks met de printer te werken. Opmerking: Er moet labelsoftware op de computer zijn geïnstalleerd om via de pc labels te maken, te bewerken en af te drukken.
De printer gebruiken met een pc Labels maken en afdrukken via de pc Labels maken en afdrukken via de pc 1. Verbind de USB-kabel van de printer met een beschikbare USB-poort op de computer. ® 2. Gebruik uw labelsoftware om labels af te drukken naar de BBP 85-printer.
De standaard instellingen van het systeem instellen Labels maken en afdrukken via de pc De standaard instellingen van het systeem instellen De functietoets Instelling wordt gebruikt om de standaard instellingen van de printer te bepalen. Deze standaard waarden zijn gebruikelijke instellingen die vooraf worden toegewezen zodat het systeem kan worden gebruikt zodra de printer wordt ingeschakeld (bijvoorbeeld de datum en tijd worden ingesteld voor uw plaatselijke datum en tijd).
De standaard instellingen van het systeem instellen Klok instellen Ga als volgt te werk om de datum, de tijd en de slaapmodus in te stellen: Opmerking: Terwijl de printer is losgekoppeld van het stopcontact, zal de systeemklok ongeveer 30 dagen de tijd bijhouden. 1.
De standaard instellingen van het systeem instellen Labels maken en afdrukken via de pc Locatie en maateenheid Ga als volgt te werk om een taal en een maateenheid te kiezen: 1. Selecteer Menu. 2. Ga naar de menulijst en selecteer Instelling 3.
De standaard instellingen van het systeem instellen Standaard instellingen voor tekst instellen Ga als volgt te werk om de standaard tekstinstellingen op te geven: 1. Selecteer Menu 2. Ga naar de menulijst en selecteer Instelling 3. Selecteer in het menu Instelling de optie Standaard tekstinstellingen 4.
De standaard instellingen van het systeem instellen Labels maken en afdrukken via de pc Standaard instellingen voor streepjescodes instellen Ga als volgt te werk om de standaard streepjescode-instellingen op te geven: 1. Selecteer Menu 2. Ga naar de menulijst en selecteer Instelling 3.
De standaard instellingen van het systeem instellen Afdrukken instellen Ga als volgt te werk om de standaard afdrukinstellingen op te geven: 1. Selecteer Menu 2. Ga naar de menulijst en selecteer Instelling 3. Selecteer Afdrukken 4. Wijzig in het dialoogvenster Afdrukken naar wens de opties voor Automatisch snijden.
Standaard instellingen op de Home-pagina aanpassen Labels maken en afdrukken via de pc Standaard instellingen op de Home-pagina aanpassen U kunt kiezen welke drie labeltypes u op de Home-pagina wilt weergeven. De geselecteerde labeltypes worden op uw printer ingesteld als de standaard instellingen.
Systeeminformatie weergeven Labels maken en afdrukken via de pc Systeeminformatie weergeven Gebruik deze procedure voor het bekijken van verdere informatie over het systeem, zoals bijvoorbeeld de huidige software- of firmware-versie en het beschikbare geheugen. Ga als volgt te werk om de systeeminformatie te bekijken: 1.
Werken met labels Labels maken Een labelbestand aanmaken vanuit een sjabloon Gebruik deze procedure voor het maken van een label aan de hand van een algemeen sjabloon of een speciaal sjabloon. Ga als volgt te werk om van een algemeen sjabloon een label te maken: 1.
Pagina 50
Labels maken Een labelbestand aanmaken vanuit een sjabloon 3. Kies een sjabloon uit de lijst met beschikbare sjablonen. Het label wordt weergegeven in de Editor waarbij de objecten een schaal krijgen die geschikt is voor het geïnstalleerde afdrukmateriaal. 4. Als u een ander sjabloon wilt kiezen, selecteert u Sjabloon wijzigen Notes: •...
Labels maken Een aangepast label aanmaken Een aangepast label aanmaken Gebruik deze procedure voor het maken van een label zonder gebruik van een vooraf gedefinieerd sjabloon. U kunt objecten aan een label toevoegen door in de Editor te tikken op een leeg gebied of door de knop Object toevoegen te gebruiken.
Pagina 52
Labels maken Een aangepast label aanmaken Opmerking: Het object wordt op het label aangebracht in een standaard grootte en op een standaard plaats afhankelijk van de afmetingen van het label. 3. Als u nog een object wilt toevoegen, selecteert u nogmaals Object toevoegen of tikt u op een leeg gebied van het label en kiest u vervolgens het objecttype dat u wilt toevoegen.
Labelattributen instellen Een label met een vaste lengte maken Labelattributen instellen Een label met een vaste lengte maken Gebruik deze procedure om een label te maken waarbij de lengte van de continu- labels is vastgesteld en niet varieert. Na selectie wordt het afdrukgebied op het label verkleind met de hoeveelheid witte ruimte die nodig is voor het geïnstalleerde afdrukmateriaal, zodat de totale lengte van het label overeenkomt met de lengte die u hebt geselecteerd.
Labelattributen instellen Een label maken met een automatisch ingestelde grootte Een label maken met een automatisch ingestelde grootte Gebruik deze procedure voor het maken van een label waarbij de lengte van de continu-labels wordt aangepast aan de gegevens die u toevoegt (variabele labellengte).
Labelattributen instellen Afdrukstand Afdrukstand Gebruik deze procedure om het label in te stellen op een staande of liggende afdrukstand. U kunt de afdrukstand van een label wijzigen zelfs wanneer u in de Editor aan een label aan het werken bent. Ga als volgt te werk om de afdrukstand van het label in te stellen: 1.
Labelattributen instellen Etiketbreedte Etiketbreedte U kunt de breedte van het geïnstalleerde afdrukmateriaal aanpassen om maximaal 4 labels af te drukken in de ruimte van de aangepaste breedte. Wanneer de breedte automatisch wordt aangepast, verandert de grootte van het lettertype en de marges (grenzen). In deze functie wordt naast de breedte van het label ook de hoogte van het label aangepast, gemeten van boven tot onder.
Pagina 57
Labelattributen instellen Etiketbreedte 4. In het Set Label Width (Labelbreedte instellen) dialoogvenster, met de Width (Breedte) optie geselecteerd, tikt u op de gewenste breedte. (Observeer het voorbeeldweergavepaneel rechts op het scherm om te zien hoe de labels worden afgedrukt.) U kunt ook een aangepaste breedte instellen. Als u een aangepaste breedte instelt, wordt de 2-, 3- en 4-omhoog functie uitgeschakeld.
Labelattributen instellen Een label omkaderen Een label omkaderen Opmerking: Tijdens het afdrukken met kaders rond de labels, dient u te zorgen dat de afdrukmateriaalgeleiders strak tegen de labels liggen zodat het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken niet verschuift. Zie “Afdrukoffset instellen" op pagina 5-10 voor het aanbrengen van kleine wijzigingen in de kaders.
Pagina 59
Labelattributen instellen Een label omkaderen Ga als volgt te werk om een kader rond het label te plaatsen: Opmerking: Als u niet werkt met een label met een vaste lengte, moet er ten minste één object op het label zijn geplaatst voordat u een kader kunt aanbrengen. 1.
Extra De weergave van het label in- of uitzoomen Extra De weergave van het label in- of uitzoomen Ga als volgt te werk om de weergave van een label te in of uit te zoomen: 1. Tik op om in te zoomen of op om uit te zoomen.
Extra De weergave van het label verschuiven De weergave van het label verschuiven Gebruik deze procedure om een deel van het label te bekijken dat niet meer op het scherm wordt weergegeven, horizontaal of verticaal, zonder het zoomniveau te wijzigen. Ga als volgt te werk om de verborgen delen van het label te bekijken: 1.
Werken met objecten Overzicht Wat is een object? Een object is een tekst-, afbeeldings- of streepjescode-element op een label. Objecten kunnen worden bewerkt, verplaatst, uitgelijn, verwijderd, gedraaid, door een kader worden omgeven en u kunt er de afmetingen van wijzigen. Bepaalde objecteigenschappen kunnen ook worden toegevoegd of gewijzigd (zoals vet, uitlijnen, onderstrepen, dichtheid, kleur).
Overzicht De grootte van een object wijzigen Ongedaan maken De functie Ongedaan maken wordt gebruikt als u na het uitvoeren van een bewerking van gedachten verandert. Als u bijvoorbeeld een stuk tekst hebt verwijderd of gewijzigd, kunt u de functie Ongedaan maken uitvoeren om de oorspronkelijke tekst terug op het scherm te brengen.
Objecten toevoegen Tekstobjecten Objecten toevoegen De gemakkelijkste manier om een object toe te voegen is om in de Editor te tikken op een leeg gebied van het label. Als u op het betreffende moment een object aan het bewerken bent, tikt u tweemaal op het scherm: eenmaal om selectie van het huidige object ongedaan te maken en een tweede maal om een nieuw object in te voegen.
Objecten toevoegen Afbeeldingsobjecten Afbeeldingsobjecten Ga als volgt te werk om een afbeeldingsobject toe te voegen: 1. Gebruik een van de volgende methoden om een afbeeldingsobject toe te voegen: • Tik ergens in de Editor op het scherm. - or - •...
Objecten toevoegen Streepjescodeobjecten Streepjescodeobjecten Ga als volgt te werk om een streepjescode-object toe te voegen: 1. Gebruik een van de volgende methoden om een streepjescode-object toe te voegen: • Tik ergens in de Editor op het scherm. - or - •...
Objecten toevoegen Serialiseringsobjecten Serialiseringsobjecten Serialisering dient voor het maken van labels met series letters of cijfers die tijdens het afdrukken over een aantal labels worden gewijzigd. Opmerking: Deze procedure is uitsluitend van toepassing wanneer er geen sjabloon wordt gebruikt. Raadpleeg voor het gebruiken van sjablonen “Tekst of streepjescodes converteren naar variabele gegevens"...
Pagina 69
Objecten toevoegen Serialiseringsobjecten 4. Typ in het dialoogvenster Serie de waarden (of selecteer deze) voor het instellen van de serialiseringsattributen (het gebied Voorbeeld toont onmiddellijk het resultaat van uw keuze): • Startwaarde: De waarde van het beginlabel waarmee de serialisering wordt gestart.
Objecten toevoegen Datum/tijd-objecten Datum/tijd-objecten De Datum/tijd-optie dient voor het aanbrengen van een tijdstempel op het label (tekst of streepjescode). Afhankelijk van de gekozen opties kunt u de datum, de tijd, of de datum en de tijd toevoegen. U kunt wanneer u wilt de klokinstellingen wijzigen door Klokinstellingen te selecteren (zie “Klok instellen"...
Pagina 71
Objecten toevoegen Datum/tijd-objecten 4. Selecteer in het menu Datum/tijd de opmaak die u wilt gebruiken. Het gebied Afdrukvoorbeeld zal onmiddellijk de wijzigingen te zien geven. • Inclusief datum: Schakelt de datum in en uit. • Inclusief tijd: Schakelt de tijd in en uit. •...
Werken met objectkleuren Datum/tijd-objecten Werken met objectkleuren Volg deze procedure om objecten in één kleur (tekst, streepjescodes en afbeeldingen) af te drukken in een van de kleuren van het kleurenpalet. Van meerkleurige afbeeldingen kan de kleur niet worden gewijzigd (de Kleur-knop is uitgeschakeld).
Werken met tekst Tekst selecteren of de selectie van tekst ongedaan maken Werken met tekst Opmerking: Om de geselecteerde tekstkleur te wijzigen, zie “Werken met objectkleuren" op pagina 4-10. Tekst selecteren of de selectie van tekst ongedaan maken Ga als volgt te werk als u woorden in een tekstvak wilt selecteren of de selectie ervan ongedaan wilt maken: 1.
Werken met tekst Tekst verwijderen/wissen Tekst vergroten of verkleinen Wanneer u het tekenattribuut wijzigt, zal de gemarkeerde tekst de wijziging ondergaan en zal de tekst achter de cursorpositie eveneens op dezelfde wijze worden gewijzigd. Met deze procedure kunt u de tekst vergroten of verkleinen. Ga als volgt te werk om tekst te vergroten: •...
Werken met tekst Het lettertype, de grootte of de stijl van tekens wijzigen Het lettertype, de grootte of de stijl van tekens wijzigen Attributen voor tekens zijn eigenschappen die op een enkel teken of diverse tekens in een object worden toegepast (bijvoorbeeld de "T" in het woord Tekst). Attributen op het niveau van tekens zijn o.a.
Pagina 76
Werken met tekst Het lettertype, de grootte of de stijl van tekens wijzigen Ga als volgt te werk om in het dialoogvenster Lettertypen het lettertype, de grootte of de stijl te wijzigen: 1. Selecteer in de Editor een teken of tekens in het tekstvak. 2.
Werken met tekst Horizontale uitlijning Horizontale uitlijning Gebruik deze procedure voor het instellen of wijzigen van de manier waarop tekst horizontaal wordt uitgelijnd binnen een object. Dit betreft voornamelijk tekstobjecten met meerdere regels. De uitlijning kan worden ingesteld op de linkerkant, het midden of de rechterkant van het object.
Werken met tekst Tekst verbreden of versmallen Verticale tekst Gebruik deze procedure om tekst verticaal uit te lijnen als een reeks tekens. Nadat de tekstgrootte is aangepast zodat het verticaal past, zal het opnieuw selecteren van de verticale instelling de tekst niet terug veranderen naar de originele grootte.
Werken met tekst Tekst in negatief Tekst in negatief Gebruik deze procedure om de voorgrond- en achtergrondkleur van de tekst te wisselen (bijvoorbeeld zwart op een witte achtergrond of wit op een zwarte achtergrond). Ga als volgt te werk om tekst in negatief weer te geven: 1.
Werken met tekst Tekst en letters met accenten typen Tekst en letters met accenten typen Net als bij een gewoon toetsenbord van een pc biedt iedere toets ondersteuning voor meerdere tekens indien hij wordt gebruikt in combinatie met de <Shift>- en <Alt Gr>-toetsen.
Werken met tekst Tekst en letters met accenten typen Tekens met accenten typen Voor het typen van letters met accenten kan het indrukken van toetsencombinaties variëren afhankelijk van de gebruikte toetsenbordconfiguratie. Hieronder volgen voorbeelden van alle vier toetsencombinaties. Opmerking: Raadpleeg “Tekens typen en toetsenbordlay-outs" op pagina B-1 voor een lijst met accenttekens die beschikbaar zijn voor bepaalde toetsenborden en de toetsenbordconfiguraties.
Werken met tekst Tekst en letters met accenten typen Voorbeeld van Europese QWERTY-toetsencombinatie Resultaa Accentteken Euro QWERTY-toetsencombinatie ç Cedille Kleine letter: Alt Gr + toets, letter Hoofdletter: Alt Gr + toets, Shift + letter ô Circumflex Kleine letter: Alt + toets, letter Hoofdletter: Shift + toets, Shift + letter à...
Werken met tekst Speciale tekens typen Speciale tekens typen Gebruik deze procedure voor het typen van teksttekens, zoals letters met accenten en speciale tekens, die niet daadwerkelijk beschikbaar zijn op het toetsenbord. Ga als volgt te werk om speciale tekens te typen: 1.
Werken met streepjescodes Een streepjescode wijzigen Werken met streepjescodes Een streepjescode-element is de weergave van een streepjescode afbeelding die wordt samengesteld op basis van gegevens van de gebruiker. De streepjescodes worden gegenereerd aan de hand van standaard industriepraktijken. De gebruikelijke streepjescode bestaat uit verticale lijnen (streepjes) en tussenruimten van diverse afstanden, afhankelijk van de ingevoerde tekst.
Werken met streepjescodes Streepjescodeopties wijzigen 3. Wijzig in het dialoogvenster Streepjescode de gewenste opties: • Gegevenswaarde • Symbolen • Gegevensbron instellen (optioneel). Zie “Tekst of streepjescodes converteren naar variabele gegevens" op pagina 4-35 voor meer informatie. 4. Wanneer u klaar bent, selecteert u OK Streepjescodeopties wijzigen Aan de hand van de streepjescodeopties kunt u o.a.
Werken met streepjescodes Streepjescodeopties wijzigen Dichtheid van de streepjescode De dichtheid bepaalt de breedte van de strepen en spaties van de streepjescode (kies tussen 10 en 80 mil). Over het algemeen, des te dunner de streepjes en de spaties, des te hoger is de dichtheid en des te minder ruimte wordt door de streepjescode ingenomen op het label.
Werken met streepjescodes Streepjescodeopties wijzigen Opties voor normaal leesbare tekst Via de tekstopties voor de streepjescode kunt u kiezen of u voor mensen leesbare tekst in de streepjescode wilt afdrukken en waar deze moet worden aangebracht (boven of onder de streepjescode). Tevens kunt u opgeven of de tekst een controleteken en een start/stop-teken moet bevatten.
Met objecten omgaan Objecten verplaatsen Met objecten omgaan Objecten bewerken Als u een object wilt bewerken, tikt u op het object en bewerkt u het met behulp van de instellingen en/of attributen die beschikbaar zijn in het Regelpaneel. Als u wilt verspringen naar een andere afbeelding of streepjescode, selecteert u Afbeelding wijzigen of Streepjescode wijzigen en wijzigt u vervolgens de opties die beschikbaar zijn in het dialoogvenster Streepjescode of Afbeelding selecteren.
Met objecten omgaan Objecten verplaatsen De pijltoetsen van het toetsenbord gebruiken Ga als volgt te werk om een object te verplaatsen met de toetsen van het toetsenbord: 1. Selecteer in de Editor het object dat u wilt verplaatsen. 2. Druk op het toetsenbord op de pijl Omhoog of Omlaag, of Links of Rechts ] om het object te verplaatsen in de betreffende richting.
Met objecten omgaan Objecten verplaatsen De plaats van een object instellen Gebruik deze procedure als u een object op een label met gebruik van specifieke x- en y-coördinaten naar een bepaalde plaats wilt verplaatsen. Ga als volgt te werk om een object te plaatsen aan de hand van de positiecoördinaten: 1.
Met objecten omgaan Objecten uitlijnen Objecten uitlijnen Ga als volgt te werk om objecten op het label uit te lijnen: 1. Selecteer in de Editor het object dat u wilt uitlijnen. 2. Kies Meer opties en ga naar het regelpaneel Uitlijning: 3.
Met objecten omgaan Grootte van objecten instellen Grootte van objecten instellen Gebruik deze procedure om de grootte van objecten in te stellen. U kunt de grootte van objecten instellen aan de hand van de grootteknoppen, door de randen van een object te verslepen en door de lengte en breedte van een object specifiek in te stellen.
Met objecten omgaan Grootte van objecten instellen Randen van objecten verslepen om de grootte in te stellen Ga als volgt te werk om de randen van een object te verslepen om de grootte in te stellen: 1. Selecteer in de Editor het object waarvan u de grootte wilt wijzigen. 2.
Met objecten omgaan Grootte van objecten instellen De grootte van een object instellen Gebruik deze procedure als u de grootte van een object wilt instellen door de hoogte en de breedte op te geven. Ga als volgt te werk om de grootte van een object te wijzigen aan de hand van afmetingen: 1.
Met objecten omgaan Een kader rond een object plaatsen Een object verwijderen Ga als volgt te werk om een object uit een label te verwijderen: Opmerking: Door deze procedure wordt niet de tekst in een object verwijderd. Raadpleeg voor het verwijderen van tekst “Tekst verwijderen/wissen" op pagina 4-12.
Met objecten omgaan Een object draaien Een object draaien Ga als volgt te werk om een object te draaien: 1. Tik in de Editor op het object dat u wilt draaien. 2. Tik in het Extra-paneel op Grootte [1] om de grootte- en draaiingshendels van het object weer te geven.
Met objecten omgaan Tekst of streepjescodes converteren naar variabele gegevens Tekst of streepjescodes converteren naar variabele gegevens Gebruik deze procedures om een bestaand tekst- of streepjescodeobject om te zetten in een serialiserings- of datum/tijd-object op een label. Dit is van toepassing op zowel sjablonen als vrije-vorm-objecten.
Pagina 98
Met objecten omgaan Tekst of streepjescodes converteren naar variabele gegevens 4. Selecteer in het dialoogvenster Gegevensbron instellen uit de volgende opties om de gegevensbron te kiezen en de opmaakmogelijkheden te wijzigen: • Constant: Vast (niet-variabel) object. • Seriëel • Datum/tijd: Plaatst een datum/tijd-object op het label. 5.
Met objecten omgaan Tekst of streepjescodes converteren naar variabele gegevens Converteren van serialiseringsgegevens Gebruik deze procedure als u een serialiseringsobject wilt converteren naar gewone gegevens. Ga als volgt te werk om tekst of een streepjescode om te zetten in constante gegevens: 1.
Met objecten omgaan Tekst of streepjescodes converteren naar variabele gegevens Converteren naar Datum/tijd Ga als volgt te werk als u een datum/tijd-object wilt converteren naar constante gegevens: 1. Selecteer een object. - or - Tik in de Editor om een object te maken. 2.
Met objecten omgaan Converteren van Datum/tijd Converteren van Datum/tijd Ga als volgt te werk als u een datum/tijd-object wilt converteren naar constante gegevens: 1. Selecteer het datum/tijd-object. 2. Selecteer Meer opties en ga naar de optie Gegevensbron instellen. 3. Selecteer Gegevensbron instellen 4.
Labels afdrukken Labels vooraf bekijken De Afdrukvoorbeeld-opties variëren afhankelijk van een gewoon label of een geserialiseerd label. Een afdrukvoorbeeld van een label bekijken zonder geserialiseerde objecten Ga als volgt te werk om een label te bekijken zonder serialiseringsgegevens: 1. Selecteer met een gedefinieerd label in de Editor de optie Print 2.
Labels vooraf bekijken Een afdrukvoorbeeld van een label bekijken met geserialiseerde objecten Een afdrukvoorbeeld van een label bekijken met geserialiseerde objecten Ga als volgt te werk om een geserialiseerd label te bekijken: 1. Selecteer met een gedefinieerd label in de Editor de optie Print 2.
Labels afdrukken Labels zonder geserialiseerde objecten afdrukken Labels afdrukken Houd tijdens het afdrukken van labels het volgende in gedachten: • Tijdens het afdrukken wordt de afdrukstatus weergegeven en is de Editor niet beschikbaar. Wanneer het afdrukken klaar is, wordt de Editor weer weergegeven.
Pagina 106
Labels afdrukken Labels zonder geserialiseerde objecten afdrukken 2. Selecteer in het dialoogvenster Afdrukken de afdrukopties: • Exemplaren • Spiegel • Voorbeeld • Afdrukenergie (beschikbaar via de knop Geavanceerde instellingen) • Offset aanpassen (beschikbaar via de knop Geavanceerde instellingen) 3. Selecteer Afdrukken starten om te beginnen met het afdrukken van het label.
Labels afdrukken Labels met geserialiseerde objecten afdrukken Labels met geserialiseerde objecten afdrukken Gebruik deze procedure voor het afdrukken van labels met serialiseringsobjecten. Als het label geen serialiseringsobject bevat, raadpleegt u “Labels zonder geserialiseerde objecten afdrukken" op pagina 5-3. Opmerking: U kunt voor het afdrukken van labels met geserialiseerde objecten uitsluitend één exemplaar selecteren.
Labels afdrukken Een afdruktaak annuleren Gespiegelde labels afdrukken Gebruik deze procedure voor het afdrukken van labels die via een spiegel of door de achterkant van het label moeten worden gelezen. Ga als volgt te werk om een gespiegeld label af te drukken: 1.
Labels afdrukken Een onderbroken afdruktaak hervatten Een onderbroken afdruktaak hervatten Gebruik deze procedure om een onderbroken afdruktaak te hervatten. Ga als volgt te werk om een onderbroken afdruktaak te hervatten: 1. Wanneer het bericht voor een onderbroken afdruktaak wordt weergegeven, corrigeert u allereerst de situatie die de fout heeft veroorzaakt (bijvoorbeeld, vervang het afdrukmateriaal of het lint).
Labels afdrukken Afdrukenergie instellen Afdrukenergie instellen Als het label met witte stippen wordt afgedrukt (waar inkt ontbreekt), moet u wellicht de afdrukenergie hoger instellen om te zorgen dat er meer inkt op het label wordt overgedragen. Als de labels echter tijdens het afdrukken plakken of scheuren, is de hitte wellicht te hoog ingesteld en moet u de afdrukenergie verlagen.
Pagina 111
Labels afdrukken Afdrukenergie instellen 3. Selecteer in het gebied Afdrukenergie het gewenste aankruisvakje om de afdrukenergie te verhogen of te verlagen. Opmerking: Als standaard instelling staat de afdrukenergie op een normale instelling voor de beste algemene prestaties. 4. Selecteer OK .
Labels afdrukken Afdrukoffset instellen Afdrukoffset instellen Afdrukoffset is een waarde waardoor de weergave tijdens het afdrukken enigszins in een of andere richting op het label wordt verschoven, weg van de normale positie. De functie Offset aanpassen wordt meestal gebruikt om het afdrukken van de weergave op gestanste labels nauwkeurig bij te stellen of, in het geval van continu-labels, om de weergave enigszins dichter of verder van de rand af te drukken.
Labels afdrukken Afdrukken vanaf een pc Afdrukken vanaf een pc Gebruik deze procedure om labels af te drukken die u op een pc hebt gemaakt. Zie “Compatibele toepassingen" op pagina 1-3 voor meer informatie. CAUTION! Stel de sluimerstand van de printer in op "nooit" voordat u een afdruktaak vanaf de pc verstuurt.
Werken met labelbestanden Een labelbestand opslaan Gebruik deze procedure om een labelbestand op te slaan. 1. Selecteer met een label dat is gemaakt in de Editor en selecteer Menu 2. Selecteer Bestand opslaan . Het dialoogvenster Bestand opslaan wordt weergegeven. Opmerking: Als het label eerder is opgeslagen, geeft het systeem als standaard instelling de betreffende locatie en bestandsnaam te zien.
Pagina 116
Een labelbestand opslaan Opmerking: Als de bestandsnaam reeds bestaat, zal het systeem u vragen of u over het bestaande bestand heen wilt schrijven. 6. Selecteer OK om het labelbestand op te slaan. Het label blijft weergegeven in de Editor. ® Gebruikshandleiding BBP 85 Labelprinter...
Een labelbestand openen Een labelbestand openen Gebruik deze procedure om een labelbestand op te halen dat is opgeslagen op een interne of externe locatie. 1. Selecteer Menu 2. Selecteer Bestand openen . Als er op het betreffende moment een labelbestand met niet-opgeslagen wijzigingen in de Editor is, wordt u gevraagd om het huidige label op te slaan.
Een labelbestand verwijderen Een labelbestand verwijderen Ga als volgt te werk om een labelbestand te verwijderen: 1. Selecteer Menu 2. Ga naar de menulijst en selecteer Bestand verwijderen 3. Kies in het dialoogvenster Labelbestand verwijderen de locatie waar het bestand zich bevindt: •...
Systeemhulpmiddelen gebruiken Afbeeldingen importeren Gebruik deze procedure om uw eigen afbeeldingen toe te voegen voor gebruik met labels die op de printer worden gemaakt. Afbeeldingen die u wilt importeren, moeten in de ondersteunde opmaak zijn en worden geïmporteerd via een USB-flashdrive. De ondersteunde bestandsopmaken voor afbeeldingen zijn Windows-metafile (*.wmf) en Bitmap (*.bmp).
Pagina 120
Afbeeldingen importeren 4. Selecteer Importeren . Het dialoogvenster Importeren wordt weergegeven. 5. Selecteer in het dialoogvenster Importeren de optie Afbeeldingen 6. Selecteer in de lijst Beschikbaar: de afbeelding die u wilt importeren. Aan de onderkant van het dialoogvenster wordt een afdrukvoorbeeld weergegeven van de geselecteerde afbeelding.
Geïmporteerde afbeeldingen verwijderen Geïmporteerde afbeeldingen verwijderen Gebruik deze procedure om uw eigen geïmporteerde afbeeldingen die u niet meer nodig hebt, te verwijderen. Ga als volgt te werk om een afbeelding te verwijderen: 1. Selecteer Menu 2. Selecteer Importeren . Het dialoogvenster Importeren wordt weergegeven.
Vormen Vormen Vormen en afbeeldingen kunnen worden toegevoegd aan uw label. Vormen worden toegevoegd aan uw label via het Graphic Object (Grafisch object). Ga als volgt te werk om een lijn toe te voegen aan uw label: 1. Tik op het Editor scherm waar u de vorm wilt toevoegen. 2.
Pagina 123
Vormen De geselecteerde tape wordt weergegeven in de Editor. U kunt de vorm weergeven als een omtrek of hem invullen met een kleur. Ga als volgt te werk om de vorm te vullen: 1. Tik op Fill (Opvullen) in configuratiescherm. Ga als volgt te werk om de kleur van het vulpatroon te wijzigen: 2.
Lettertypen importeren Lettertypen importeren Gebruik deze procedure om uw eigen lettertypen toe te voegen voor gebruik met labels die op de printer worden gemaakt. U kunt alleen TrueType-lettertypen importeren. Ga als volgt te werk om een lettertype te importeren: 1. Kopieer de lettertypen die u wilt importeren, naar de hoofddirectory van de USB-flashdrive die u wilt gebruiken.
Printer-upgrades ® In de toekomst kunt u upgrades voor de software van de BBP 85 downloaden van de website van Brady op URL: www.bradyid.com/bbp31 www.bradyeurope.com Ga als volgt te werk om printer-upgrades te downloaden: 1. Klik op Ondersteuning>Downloads. ®...
Software-upgrades installeren Een upgrade installeren vanaf een pc Software-upgrades installeren Een upgrade installeren vanaf een pc Gebruik deze procedure om voor de versie van de printersoftware een upgrade te installeren. Opmerking: Het systeem ondersteunt slechts een USB-apparaat tegelijk. Ga als volgt te werk om de upgrade te installeren: 1.
Software-upgrades installeren Upgrade installeren vanaf een USB-flashdrive Upgrade installeren vanaf een USB-flashdrive Gebruik deze procedure om een upgrade te installeren voor de firmware of de software met behulp van een USB-flashdrive waarop de upgrade is opgeslagen. Het systeem ondersteunt slechts een USB-apparaat tegelijk. Ga als volgt te werk om een upgrade voor de software te installeren vanaf een USB-flashdrive : CAUTION!
Onderhoud Printeronderhoud De voeding loskoppelen en afdrukmateriaal uit de printer verwijderen Alvorens onderhoudsprocedures uit te voeren waarbij de bovenklep moet worden geopend, dient u de voeding voor de printer en het afdrukmateriaal te verwijderen. Ga als volgt te werk om de voeding los te koppelen en het afdrukmateriaal uit de printer te verwijderen: 1.
Pagina 130
Printeronderhoud De voeding loskoppelen en afdrukmateriaal uit de printer verwijderen 2. Druk op de gele knop [2] aan de zijkant en til de klep omhoog. 3. Verwijderen van afdrukmateriaal: a. Duw het wisblad [3a] helemaal naar rechts (terwijl u naar het scherm gekeerd bent).
Pagina 131
Printeronderhoud De voeding loskoppelen en afdrukmateriaal uit de printer verwijderen 4. Verwijderen van lint: a. Draai de gehele geheugencellip [4a] op de lintrol naar boven en uit de gele geheugencel [4b]. b. Klik de haak van de geheugencellip in de lintcassettehouder. 5.
Printeronderhoud De printer reinigen De printer reinigen Vuil verwijderen van de printer en het toetsenbord Altijd wanneer u onderhoud aan de printer uitvoert, dient u tevens vuil te verwijderen dat door het afdrukmateriaal wordt veroorzaakt. Vereist materiaal • Flesje met perslucht, plaatselijk verkregen (bijvoorbeeld HOSA AIR-464 Gear Duster) •...
Printeronderhoud De printer reinigen Het tastscherm reinigen Vereist materiaal • Pluisvrije zachte doek • Isopropylalcohol - or - • Natgemaakte doek (geschikt voor het reinigen van pc-monitoren) Ga als volgt te werk om het tastscherm te reinigen: Opmerking: Normale reinigingsmiddelen met ammoniak, zeep of chemicaliën kunnen het scherm beschadigen.
Printeronderhoud De printer reinigen De sensors reinigen De sensoren binnen in de printer kunnen bedekt zijn door stof die het gevolg is van het snijden van het materiaal. De locaties van de sensoren worden in de afbeelding weergegeven. Beginstand snijmes Klep openen Gestanst en voorrand Tapewisser...
Printeronderhoud De printer reinigen Benodigde materialen • Reinigingskit voor de BBP31 (Cat.-nr. B31-CCT) • Isopropylalcohol (99% aanbevolen) Ga als volgt te werk om de sensors te reinigen: 1. Koppel eventueel de voeding los van de printer en verwijder het afdrukmateriaal (zie “De voeding loskoppelen en afdrukmateriaal uit de printer verwijderen"...
Printeronderhoud De printer reinigen De uitgangsruimte reinigen Deze procedure dient voor het reinigen van de labeluitgang bij het snijmes en de uitvoerbak. Opmerking: U dient de labeluitgang te reinigen na het reinigen van het snijmes en de sensors. Het is mogelijk dat het reinigingsstokje beschadigd raakt tijdens het schoonmaken van de labeluitgang.
Printeronderhoud De printer reinigen Stof verwijderen Stof kan zich in de printer verzamelen als gevolg van het snijden van het afdrukmateriaal. Als zich een aanzienlijke hoeveelheid stof heeft verzameld, maakt u de printer schoon aan de hand van deze procedure. Vereist materiaal ®...
Printeronderhoud De printer reinigen De printkop reinigen Vereist materiaal ® • Reinigingskit voor de BBP 31 (Cat.-nr. B31-CCT) • Isopropylalcohol Ga als volgt te werk om de printkop te reinigen: 1. Koppel de voedingskabel los en verwijder het afdrukmateriaal uit de printer (zie De voeding loskoppelen en afdrukmateriaal uit de printer verwijderen op pagina 1).
Printeronderhoud Het wisblad vervangen Het wisblad vervangen ® De BBP 85 printer is voorzien van speciale wissers om lint en tape zo schoon mogelijk en de afdrukkwaliteit hoog te houden. Om de kwaliteit van de output op peil te houden dienen de wiskussens na ongeveer vijf (5) rollen lint of tape te worden vervangen.
Printeronderhoud Papierstoringen verwijderen Papierstoringen verwijderen Ga als volgt te werk om papierstoringen in de printer te verwijderen: 1. Verwijder al het beschadigde lint en/of het afdrukmateriaal uit de printer. 2. Controleer de printkop, het snijmes, de sensor, enz. op schade. 3.
Problemen oplossen Berichten ® De BBP 85 Labelprinter bevat afbeeldingen en animaties die beschrijven (of tonen) welke actie u dient te ondernemen om berichten en fouten te verhelpen. Het volgende voorbeeld is uitsluitend ter illustratie en toont niet de exacte tekst van een bericht.
Problemen oplossen Apparatuurfouten Problemen oplossen Berichten geven een probleem aan voor de taak die wordt uitgevoerd en tevens een mogelijke oplossing. De volgende secties bieden verdere informatie voor het oplossen van printerproblemen. Apparatuurfouten Probleem/bericht Oorzaak Oplossing Het toetsenbord werkt af en Een toets (of meerdere) zijn constant Zoek naar de toets die in de toe of helemaal niet.
Problemen oplossen Afdrukmateriaalfouten Afdrukmateriaalfouten Probleem/bericht Oorzaak Oplossing Labels worden niet ingevoerd. De beginrand van de labelrol is niet Installeer het afdrukmateriaal op juist aangebracht. juiste wijze - of - - of - De beginrand van de labelrol is ongelijk of gescheurd (niet een gebruik een schaar en knip een rechte rand).
Problemen oplossen Lintfouten Lintfouten Probleem/bericht Oorzaak Oplossing Plaats lintkleur <hier kleurnaam>. Het lint is de verkeerde kleur voor Installeer een lint en sluit de de taak. Bericht verschijnt printerkap of selecteer Doorgaan wanneer de geselecteerde met huidig lint. Fout: 63 lintkleur niet in het labelpaneel is gevonden.
Pagina 145
Problemen oplossen Lintfouten Probleem/bericht Oorzaak Oplossing Lint op (rol heeft paarse Lint op. Het lint is aan het eind Vervang het lint. markering bereikt). van de rol en heeft de paarse markering bereikt bij het overgaan naar het volgende kleurenpaneel. Afdruktaak kan met een nieuw lint worden voortgezet.
Pagina 146
Problemen oplossen Lintfouten Probleem/bericht Oorzaak Oplossing Tekst te lang voor meer dan één 1. Doet zich voor als een Vervang het lint. kleur monochroom lint is geplaatst en de printer ontdekt een tweede kleur in een nieuwe zone. Als de Druk op een toets om door te bestaande tekst al langer is dan gaan.
Pagina 147
Problemen oplossen Lintfouten Probleem/bericht Oorzaak Oplossing Huidige lintkleur: Zwart Het momenteel geïnstalleerde lint Laad de benodigde lintkleur. is een doorlopend monochroom zwart lint. Plaats deze kleur als laatste. Opmerking: Als meerkleurige Plaats het vereist lint en druk op afdruktaak is geselecteerd, een toets.
Verklarende woordenlijst Hieronder volgen definities van de termen die in deze handleiding worden gebruikt. • Uitlijning/uitvulling page 15: Verwijst naar de manier waarop de tekst in lijn wordt gebracht met het tekstobject. Uitlijning kan duiden op horizontale en verticale uitlijning. Uitvullen wordt alleen gebruikt bij horizontale uitlijning.
Pagina 150
Verhouding van de streepjescode: De dikteverhouding tussen smalle streepjes en brede streepjes. Over het algemeen ligt de verhouding tussen 2:1 en 3:1. Dichtheid van de streepjescode: Het aantal tekens dat kan worden gelezen in een bepaalde ruimte, meestal een lengte van een inch. De "X"-afmeting bepaalt de dichtheid van de streepjescode.
Pagina 151
• Functie: Een actie of bewerking. Wordt vaak gebruikt via het toetsenbord voor toegang tot secundaire bewerkingen met toetsen die normaal voor andere tekens zijn. • Afbeelding: Een weergave of visuele vertegenwoordiging van een object. Een niet-fotografische weergave of (niet-tekst-)symbool. •...
Pagina 152
• Afdrukenergie page 8: Bepaalt de hoeveelheid hitte die tijdens het afdrukken van het label wordt toegepast op de printkop. Tijdens het afdrukken wordt er hitte toegepast op de printkop waardoor er inkt op het labelmateriaal wordt overgebracht terwijl het afdrukmateriaal onder de printkop wordt voortbewogen.
Pagina 153
• USB-apparaat (Universal Serial Bus) [pagina's 2-13, 7-7]: Een "plug-and- play"-interface tussen een computer en een ander apparaat. Een USB- apparaat kan een Type B-kabel zijn waarmee een apparaat op de pc wordt ® aangesloten (bijvoorbeeld de BBP 85-printer) of een klein draagbaar opslagapparaat (bijvoorbeeld een flashdrive).
Tekens typen en toetsenbordlay-outs Toetsenbordconfiguraties variëren per regio. Zie “Tekens typen" op pagina B-1 voor een lijst van speciale tekens die beschikbaar zijn voor de diverse toetsenbordconfiguraties. Zie “Toetsenbordlay-outs" op pagina B-9 voor een grafische lay-out van de toetsenbordconfiguraties. Bij gebruik van de <Shift>- en <AltGr>-toets bieden de toetsenborden ondersteuning voor het typen van meerdere tekens.
Tekens typen Europees AZERTY Europees AZERTY Accent Van toepassing op A, a, E, e, I, i, O, o, U, u ´ A, a, E, e, I, i, O, o, U, u, Y, y, C, c, S, s, N, n ˆ A, a, E, e, I, i, O, o, U, u ˜...
Tekens typen Europees QWERTZ Europees QWERTZ Accent Van toepassing op A, a, E, e, I, i, O, o, U, u ´ A, a, E, e, I, i, O, o, U, u, Y, y, C, c, S, s, Y, y, N, n ˆ...
Tekens typen Europees cyrillisch Europees QWERTY Accent Van toepassing op A, a, E, e, I, i, O, o, U, u ´ A, a, E, e, I, i, O, o, U, u, Y, y, S, s, Z, z, C, c, N, n ˆ...
Gebruik van de invoermethode-editor (IME) Chinees (vereenvoudigd) Gebruik van de invoermethode-editor (IME) Een invoermethode-editor (IME) is een programma waarmee u Aziatische tekst aan uw labels kunt toevoegen. Als uw toetsaanslagen in het ontwerpvenster worden ingevoerd, zet de IME deze om in Aziatische tekens en geeft een lijst kandidaten waaruit u kunt kiezen.
Pagina 160
Gebruik van de invoermethode-editor (IME) Chinees (vereenvoudigd) 3. Tik op de gewenste kandidaat. Het geselecteerde woord of teken wordt aan de huidige cursorpositie toegevoegd. Gebruik van het toetsenbord: • Gemarkeerde kandidaat wijzigen: Druk op de verticale pijltoetsen. • Door lijsten scrollen: Druk op de verticale paginatoetsen. •...
Gebruik van de invoermethode-editor (IME) Chinees (traditioneel) Chinees (traditioneel) Opmerking: Het ontwerpvenster geeft de huidige taal van het systeem weer (d.w.z. als uw printer voor Korea is ingesteld, geeft het venster Koreaans weer). Gebruik van IME: 1. Typ op het toetsenbord van de printer Ctrl-spatiebalk. Het IME- ontwerpvenster wordt geopend [1].
Gebruik van de invoermethode-editor (IME) Japans Japans Gebruik van IME: Het optiemenu Taal wordt automatisch weergegeven als de printer aan staat. 1. Typ op het toetsenbord van de printer Ctrl-spatiebalk. Het IME- ontwerpvenster wordt geopend [1]. 2. Druk op het eerste symbool in het IME-regelpaneel [1a] om het taaloptiemenu [1b] weer te geven en kies dan een taal: •...
Toetsenbordlay-outs Koreaans Koreaans Gebruik van IME: 1. Typ op het toetsenbord van de printer Ctrl-spatiebalk. Het IME- ontwerpvenster wordt geopend [1]. 2. Druk op het symbool links van het IME-regelpaneel [1] om de taaloptie te wijzigen in Koreaans. 3. Typ in de tekstbewerker de woorden of toetsaanslagen die u wilt omzetten. Als de toetsencombinatie een teken vormt, wordt dit in het tekstvak weergeven [2].
Pagina 164
Toetsenbordlay-outs Koreaans Figure 3. QWERTY - toetsenbordconfiguratie voor Amerika ® B-10 Gebruikshandleiding BBP 85 Labelprinter...
Pagina 165
Toetsenbordlay-outs Koreaans Figure 4. QWERTY - toetsenbordconfiguratie voor de EU ® B-11 Gebruikshandleiding BBP 85 Labelprinter...
Pagina 166
Toetsenbordlay-outs Koreaans Figure 5. AZERTY - toetsenbordconfiguratie voor de EU ® B-12 Gebruikshandleiding BBP 85 Labelprinter...
Pagina 167
Toetsenbordlay-outs Koreaans Figure 6. QWERTZ - toetsenbordconfiguratie voor de EU ® B-13 Gebruikshandleiding BBP 85 Labelprinter...
Speciale labeltypes Toegang Labeltypes Algemene sjablonen bevatten standaardformaten die worden gebruikt voor de meestgebruikte labels. Toepassing labeltypes bieden, echter, assistenten die de layout voor specifieke label toepassingen begeleiden en beheren voor specifieke label toepassingen, in overeenstemming met industriële of overheidsnormen. Bij de meeste toepassing labeltypes verschijnen dialoogvensters waarin informatie wordt verzameld voor het automatisch formatteren van het toepassing labeltype.
Leidingmerkers Opties instellen voor pijpmarkeringen Leidingmerkers Opties instellen voor pijpmarkeringen De instellingsopties voor pijpmarkeringen verschillen van de opties voor standaard labels. Gebruik deze procedure voor het instellen van de kleurnormen voor pijpmarkeringen. Ga als volgt te werk om de kleurnormen voor pijpmarkeringen in te stellen: 1.
Leidingmerkers Opties instellen voor pijpmarkeringen 4. Kies in het dialoogvenster Pijpmarkeringsvoorkeuren uit de volgende opties: Voorkeur Beschrijving Drukwerk Drukt meerdere labels af over de breedte van het Materiaalbesparing afdrukmateriaal (bijvoorbeeld, als u een pijpmarkering van 2,8 cm maakt en er afdrukmateriaal van 7,62 cm is geïnstalleerd, worden er over de breedte van het afdrukmateriaal twee labels afgedrukt).
Leidingmerkers Labels voor pijpmarkeringen maken Labels voor pijpmarkeringen maken Gebruik deze procedures voor het maken van labels voor pijpmarkeringen. Raadpleeg “Opties instellen voor pijpmarkeringen" op pagina C-2 voor uitleg over het instellen van de kleurnormen en andere voorkeuren voor pijpmarkeringen. Ga als volgt te werk om een pijpmarkeringslabel te maken: 1.
Leidingmerkers Labels voor pijpmarkeringen maken Standaard pijpmarkeringen maken Ga als volgt te werk om een standaard pijpmarkering te maken: 1. Kies in het dialoogvenster Afmetingen een Tapebreedte die overeenkomt met de diameter van de pijp en selecteer Volgende. 2. Kies in het dialoogvenster Materiaal in pijp het type materiaal dat door de pijp stroomt en selecteer Volgende.
Pagina 174
Leidingmerkers Labels voor pijpmarkeringen maken 5. In het dialoogvenster Afbeeldingen: a. Tik op de afbeelding(en) die u op het label wilt weergeven. Er verschijnt een witte lijn rond de geselecteerde afbeelding(en) en het totaal aantal geselecteerde afbeeldingen wordt onmiddellijk bijgewerkt. Er zijn maximaal vier afbeeldingen toegestaan.
Pagina 175
Leidingmerkers Labels voor pijpmarkeringen maken 7. Kies in het dialoogvenster Pijlen uit de volgende opties: • Bijsluiten: Voor legenda, Achter legenda (als u beide selecteert, worden pijlen zowel vóór als achter de legenda weergegeven). • Richting: Links, Rechts, Beide 8. Selecteer Voltooien. Het voorbereide label wordt weergegeven in de Editor. 9.
Leidingmerkers Labels voor pijpmarkeringen maken Rolvorm pijpmarkeringen maken Ga als volgt te werk om een rolvorm pijpmarkering te maken: 1. Typ in het dialoogvenster Afmetingen de diameter van de pijp. 2. Kies in de lijst een Tapebreedte en selecteer Volgende. 3.
Pagina 177
Leidingmerkers Labels voor pijpmarkeringen maken 6. In het dialoogvenster Afbeeldingen: a. Tik op de afbeelding(en) die u op het label wilt weergeven. Er verschijnt een witte lijn rond de geselecteerde afbeelding(en) en het totaal aantal geselecteerde afbeeldingen wordt onmiddellijk bijgewerkt. Er zijn maximaal vier afbeeldingen toegestaan.
Leidingmerkers Labels voor pijpmarkeringen maken Een symbool- of pijlpijpmarkering maken Ga als volgt te werk om een symbool- of pijpmarkering te maken: 1. Typ in het dialoogvenster Afmetingen de diameter van de pijp. 2. Kies in de lijst een Tapebreedte. 3.
Leidingmerkers Pijpmarkeringslabels opslaan, openen of verwijderen Pijpmarkeringslabels opslaan, openen of verwijderen U kunt alleen vanuit de pijpmarkeringstoepassing pijpmarkeringslabels opslaan, openen en verwijderen. Ga als volgt te werk om de pijpmarkeringstoepassing te openen: 1. Selecteer op de Home-pagina de optie Pijpmarkeringen - or - Selecteer Meer labeltypes en selecteer vervolgens Pijpmarkeringen Ga als volgt te werk om een pijpmarkering op te slaan:...
QuickLabels QuickLabels maken QuickLabels QuickLabels maken QuickLabel is een toepassing waarin u kunt kiezen uit een lijst van vooraf gemaakte labels. Gebruik deze procedure om QuickLabels te openen. Ga als volgt te werk om een QuickLabel te maken: 1. Selecteer op de Home-pagina de optie QuickLabel - or - Selecteer Meer labeltypes en selecteer vervolgens QuickLabel.
Pagina 181
QuickLabels QuickLabels maken - or - Tik op Bladeren , kies een categorie en selecteer vervolgens het gewenste label. 3. Bewerk eventueel het QuickLabel aan de hand van de gebruikelijke bewerkingsprocedures. Zie “Werken met labels" op pagina 3-1 en “Werken met objecten"...
Cirkelmeter labeltype QuickLabels maken Cirkelmeter labeltype De Circular Gauge (Cirkelmeter) is een onderdeel dat wordt gebruikt om elementwaarden weer te geven op een cirkelvormige schaal. Hij omvat een bereik van nummers, met een minimum- en maximumwaarde, weergegeven op de meter. Normaal gezien bevat een meter labels en markeringen om een nauwkeurige meting te produceren van wat de meter aangeeft.
Pagina 183
Cirkelmeter labeltype QuickLabels maken De gegevensvelden op het Describe your Gauge (Uw meter beschrijven) worden gebruikt om de parameters van de meter in te stellen. 2. In My Gauge Range (Mijn meterbereik) tikt u op het Start Value (Startwaarde) en voert u de (minimum) startwaarde van het bereik dat u wilt weergeven op de meter.
Pagina 184
Cirkelmeter labeltype QuickLabels maken De Caution Zone (Waarschuwingszone) is optioneel. De Caution Zone (Waarschuwingszone) bevat een visueel element dat aankondigt wanneer u de In- Range Zone nadert. (De Caution Zone (Waarschuwingszone) wordt weergegeven door de gele zone in de vorige afbeelding.) Ga als volgt te werk om een Caution Zone (Waarschuwingszone) in te stellen: 10.
Cirkelmeter labeltype Kleuren meten Kleuren meten U kunt de kleur van het bereik op de meter wijzigen. Dit is een goed idee, in het bijzonder als de In-Range Zone (Binnen bereik zone) een negatief scenario omvat. Bijvoorbeeld, voor de temperatuurmeter van een personenwagen is het mogelijk de In-Range Zone (Binnen bereik zone) in het rood weer te geven.
Pagina 186
Cirkelmeter labeltype Kleuren meten U kunt de rand van de meter weergeven met een dikkere of donkere grens. Ga als volgt te werk om de rand van de meter beter weer te geven: 1. In het Colors (Kleuren) scherm tikt u op de optie Show Black Outline (Zwarte rand weergeven) om het te selecteren.
Gradenschaal Kleuren meten Gradenschaal Een gradenschaal is een lineaire schaal van gemengde kleuren. Elke kleur die gedefinieerd werd voor een numeriek bereik mengt met de volgende kleur om zo een gradiënt strook te creëren. Elk punt op de gradenschaal staat voor een unieke kleur en waarde.
Pagina 188
Gradenschaal Kleuren meten 4. In Tick Values (Bereikwaarden) tikt u op het End Value: (Eindwaarde:) gegevensveld in en voert u de eindwaarde in voor de schaal. De Label Size (Labelgrootte) sectie definieert de grootte van het gradenschaal label. De A-zijde (de lange zijde) kan worden gedefinieerd door de afstand tussen elke markering in te stellen (op basis van de tussenruimte) of door een algemene lengte van de schaal in te stellen (op basis van de totale lengte).
Pagina 189
Gradenschaal Kleuren meten De In-Range Zone (Binnen bereik zone) geeft een visueel element weer op de meter om aan te tonen wanneer een systeem overschakelt op de optimale of schadelijke waarde. 12. Tik op het Start Value: (Startwaarde:) gegevensveld in In-Range Zone (Binnen bereik zone) en voer de startwaarde van het bereik toe om de grootte van de binnen bereik zone toe te voegen of te wijzigen.
GHS/CLP Kleuren meten GHS/CLP CLP is de regelgeving met betrekking tot de classificatie, labeling en verpakking van stoffen en mengsels. Deze regelgeving lijnt vorige EU-wetgeving met betrekking tot classificatie, labeling en verpakking van chemische stoffen uit met de GHS (Globally Harmonised System of Classification and Labeling of Chemicals (Globaal geharmoniseerd classificatie en labeling systeem van chemische stoffen)).
Pagina 191
GHS/CLP Kleuren meten 5. Voer de naam van de chemische stof (het product) die u wilt gebruiken in het Product Name: (Productnaam:) gegevensveld. OF, indien de naam van chemische stoffen werden opgeslagen (eerder gebruikt): In Primary Language (Primaire taal) tikt u op de omlaag pijl naar Product nam (Productnaam) om een lijst van producten weer te geven.
Pagina 192
GHS/CLP Kleuren meten Op het Search (Zoeken) gegevensveld tikken om het woord of de verwoording in te voeren. Opmerking: Naarmate u de gegevens,of een deel van de gegevens, invoert in het Search (Zoeken) veld wordt onmiddellijk een lijst samengesteld met die verklaringen waarin de ingevoerde tekens in die positie vermeld staan in hun verklaring.
Pagina 193
GHS/CLP Kleuren meten Het label geeft de toegevoegde verklaringen weer. Er zijn andere velden op het label waar u aangepaste gegevens kunt toevoegen. Deze velden worden aangeduid met < >. Ga als volgt te werk om de aanbevolen aangepaste informatie toe te voegen: 1.