03 Bestuurdersmilieu
Motor starten
Benzine- en dieselmotoren
03
Contactslot met transpondersleutel en start-/
stopknop (voor meer informatie (zie pagina 72)).
BELANGRIJK
De transpondersleutel niet verkeerd om
insteken!
Pak de sleutel beet aan het uiteinde met het
sleutelblad (zie pagina 44).
1. Plaats bij auto's met een transpondersleu-
tel de transpondersleutel in het contact-
slot. Druk licht op de sleutel zodat deze
verder naar binnen wordt getrokken.
1
Als de auto rolt is het indrukken van de knop START/STOP ENGINE voldoende om de motor te starten.
98
2. Houd het koppelingspedaal volledig inge-
1
drukt
. Trap bij auto's met een automati-
sche versnellingsbak op het rempedaal.
3. Druk op de knop START/STOP ENGINE
en laat deze vervolgens los.
N.B.
Bij auto's met een dieselmotor van het type
2.0D slaat de motor mogelijk met enige ver-
traging aan, wanneer de melding
Voorgloeifunctie motor actief
play staat.
De startmotor blijft maximaal 10 seconden
draaien (60 seconden bij dieselmodellen), tot-
dat de motor is aangeslagen.
Als de motor niet binnen 10 seconden aan-
slaat, kunt u een nieuwe startpoging doen door
de knop START/STOP ENGINE ingedrukt te
houden totdat de motor wel aanslaat.
WAARSCHUWING
Neem bij het verlaten van de auto altijd de
transpondersleutel uit het contactslot. Dit
geldt in het bijzonder wanneer er kinderen
in de auto achterblijven.
WAARSCHUWING
Neem de transpondersleutel nooit tijdens
het rijden of het slepen uit het contactslot.
U loopt anders het gevaar dat het stuurslot
wordt geactiveerd, waardoor de auto onbe-
stuurbaar wordt.
Neem de transpondersleutel bij een auto
met Keyless drive*-functie nooit tijdens het
rijden of slepen uit het contactslot.
op het dis-
N.B.
Tijdens de koude start is het mogelijk dat het
motortoerental merkbaar hoger ligt dan nor-
maal is voor bepaalde motortypes. Dit
omdat ernaar wordt gestreefd het uitlaat-
gasreinigingssysteem zo snel mogelijk op
bedrijfstemperatuur te brengen en tegelij-
kertijd de uitstoot te beperken van stoffen
die schadelijk zijn voor het milieu.
Keyless drive
Loop de punten 2–3 door voor benzine- en die-
selmotoren.
N.B.
U kunt de motor alleen starten, wanneer een
van de transpondersleutels bij een auto met
Keyless drive*-functie in de passagiers-
ruimte of de kofferbak ligt.