Inhoudsopgave
Advertenties
5.2.4 Diepliggende stroomcircuits opsporen
Bij bipolaire toepassingen is de detectiediepte sterk begrensd, indien de ringleiding bestaat uit
kerndraden in kabels, met meerdere kerndraden (bijv. NYM 3x1,5 mm²), terwijl de korte afstand
tussen de voedingskabel en de ringleiding een sterk vervormd magnetisch veld veroorzaakt. Er kan
geen sterk genoeg magnetisch veld worden opgebouwd op nauwe locaties. Dit probleem kan
verholpen worden door gebruik te maken van een afzonderlijke ringleiding, omdat een afzonderlijke
geleider het magnetische veld kan uitversterken. Het is van belang dat de afstand tussen de
voedingskabel en de ringleiding groter is dan de installatiediepte. In de praktijk is dit over het
algemeen minimaal 2 meter.
WAARSCHUWING:
Het stroomcircuit mag niet stroomvoerend zijn.
Sluit de transmitter aan, zoals getoond in de afbeelding.
De afstand tussen de voedingskabel en de ringleiding dient minstens 2-2,5 m. te zijn.
Bij deze toepassing is de invloed van vocht of mortel in de wand niet van betekenis.
Des te hoger het signaal is dat wordt weergegeven op de ontvanger, des te dichter u in de
buurt komt van de ingevoerde draad in de pijpleiding.
Stel het zendvermogen van de transmitter in, om deze aan te passen aan de verschillende
zoekradiussen.
De gewenste positie kan nauwkeurig worden bepaald, wanneer u de ontvanger in de
handmatige modus zet en de juiste gevoeligheid selecteert.
GEBRUIKSAANWIJZING
Kabeldetector PCE-CL 20
22
Advertenties
Inhoudsopgave
