Inhoudsopgave
Advertenties
5.2.3 Opsporen van kortsluiting in een stroomcircuit
WAARSCHUWING:
Het stroomcircuit mag niet stroomvoerend zijn.
Sluit de transmitter aan, zoals getoond in de afbeelding.
Indien de kabel stroomvoerend is, sluit dan eerst de stroom af, om de kabel stroomvrij te
maken.
Bij het zoeken naar kortsluiting in omhulde elektriciteitsdraden en kabels varieert de
detectiediepte, omdat de kerndraden binnenin het omhulsel met elkaar verdraaid zijn. Het is
alleen mogelijk kortsluitingen met een impedantie lager dan 20 Ohm nauwkeurig op te
sporen. De impedantie van een kortsluiting kan gemeten worden met een multimeter.
Indien de impedantie van een kortsluiting hoger is dan 20 Ohm, probeer dan de procedure
voor het zoeken van onderbrekingen in stroomcircuits toe te passen, om zo de kortsluiting te
vinden. Gebruik hiervoor een relatief sterke stroom, om het defecte deel aan te sluiten of te
onderbreken.
Wanneer het signaal dat binnenkomt bij de ontvanger, in de loop van de zoekvoortgang,
plotseling zwakker wordt dan is de locatie van de kortsluiting gevonden.
Stel het zendvermogen van de transmitter in, om deze aan te passen aan de verschillende
zoekradiussen.
De positie van het stroomcircuit kan nauwkeurig bepaald worden, wanneer u de ontvanger
in de handmatige modus zet en de juiste gevoeligheid instelt.
GEBRUIKSAANWIJZING
Kabeldetector PCE-CL 20
21
Advertenties
Inhoudsopgave
