62
Installatie heeft bij het inschakelen andere parameters
dan bij het uitschakelen
Oorzaak:
De waarden worden pas na
daadwerkelijk lassen opgeslagen.
Er stroomt geen beschermgas
Oorzaak:
Gasfles leeg of slang dichtgedrukt
Drukregelaar defect
Gasventiel in de installatie defect
Stekker aan het gasventiel los.
Lasmethode "Elektrode" ingesteld
Ventilatoren draaien niet hoorbaar
Oorzaak:
De ventilatorstand is afhankelijk van de vraag - bij
bij
lagere temperaturen loopt de ventilator op
belastingen op hogere
lager toerental of wordt uitgeschakeld.
Ventilator defect.
Geen hoogfrequent pulsen
Oorzaak:
HF-ontsteking staat op "uit"
Geen beschermgas aanwezig
Massakabel slecht aangesloten
Elektrode verontreinigd
Geen geschikte elektrode
Voorstroomtijd te lang
afwachten
Hoogfrequent overslag in laspistool
Aansluiting laspistool en massakabel verwisseld
verwisseld
Lasstroom bereikt niet de ingesteld waarde
of de vlamboog brandt niet
Oorzaak:
Massakabel slecht aangesloten
Regelpedaal aangesloten en niet
ingedrukt
Handafstandsbediening aangesloten
instellen
Geen of verkeerd beschermgas
Vlamboog fladdert en springt
Oorzaak:
Elektrode en werkstuk bereiken niet
de werktemperatuur
Elektrode slecht geslepen
Geen geschikte elektrode
Oplossing:
Vlamboog ontsteken
Oplossing:
Controleren
Controleren
Servicegeval
Controleren
Gasventiel blijft gesloten
Oplossing:
controleren of de ventilator
hogere
toerental schakelt.
Servicegeval
Oplossing:
HF-ontsteking inschakelen
Controleren
Controleren
Slijpen
Elektrode vervangen
Voorstroomtijd verkorten of tijd
Laspistool vervangen
Correct aansluiten
Oplossing:
Controleren
Controleren
Stroom op de afstandsbediening
Controleren
Oplossing:
Dunnere draad gebruiken
Elektrode slijpen
Elektrode vervangen
Storingen