4 Fax/internetfax
Bestemmingen aangeven
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe bestemmingen worden aangegeven met de
toepassingen op het apparaat. Raadpleeg het volgende voor meer informatie.
Volgende ontvanger – pagina 86
Adresboek – pagina 87
Snelkiezen – pagina 88
Toetsenbord – pagina 88
Doorzenden – pagina 89
Speciale tekens – pagina 90
OPMERKING: U kunt vanaf ieder tabblad bestemmingen aangeven via het
toetsenbord op het bedieningspaneel, [Snelkiezen] en [Volgende ontvanger].
OPMERKING: Ook kunt u een gecombineerde bestemming invoeren zonder op op de
toets [Volgende ontvanger] in te drukken, via de toetsen op het bedieningspaneel,
[Snelkiezen] en [Adresboek].
Volgende ontvanger
Gebruik deze toepassing om het document naar meer dan één bestemming te
verzenden. U kunt de bestemmingen invoeren via de cijfertoetsen of de
snelkiestoetsen. U kunt het [Adresboek] ook gebruiken om bestemmingen snel op te
zoeken en bestemmingen voor snelkiezen in te voeren.
Het maximumaantal bestemmingen dat u tegelijkertijd kunt aangegeven, bedraagt 200.
1.
Voer de eerste bestemming in.
2.
Selecteer [Volgende ontvanger].
3.
Voer de volgende bestemming
in.
4.
Herhaal stappen 2 en 3 zo vaak
als nodig is.
OPMERKING: U kunt naar de vorige invoer terugkeren door op de toets <C> op het
bedieningspaneel te drukken.
86
Xerox CopyCentre/WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128 Handleiding voor de gebruiker