3 Kopiëren
OPMERKING: Indien Verificatie is ingeschakeld, kan het zijn dat u een gebruikers-ID
en een toegangscode (indien deze is ingesteld) moet invoeren. Indien u hulp nodig
heeft, neemt u contact op met de getrainde operateur.
3.
Selecteer de toets voor de gewenste toepassing. Wanneer [Meer] wordt
geselecteerd, selecteert u [Opslaan] om de geselecteerde toepassing te
bevestigen of [Annuleren] om terug te keren naar het vorige scherm.
Selecteer, indien nodig, een van de tabbladen en configureer de kopieerinstellingen.
Zie hieronder voor meer informatie over ieder tabblad.
Kopiëren - Basis – pagina 50
Afdrukkwaliteit - Kopiëren – pagina 58
Scanopties - Kopiëren – pagina 60
Afleveringsformaat - Kopiëren – pagina 69
Opdracht samenstellen – pagina 78
3. Voer het aantal in.
Het maximumaantal afdrukken is 999.
1.
Voer het aantal afdrukken in via
de aantaltoetsen. Het
ingevoerde aantal wordt in de
rechterbovenhoek op het
aanraakscherm weergegeven.
OPMERKING: Druk op de toets <C>
in om een incorrecte invoer te
annuleren. Voer het correcte aantal
in.
4. Start de kopieeropdracht.
1.
Druk op de toets <Start>. Ieder
document wordt slechts
eenmaal gescand. Het
resterende aantal kopieën wordt
in de rechterbovenhoek op het
aanraakscherm weergegeven.
Tijdens het kopiëren en indien de AOD of de glasplaat gereed is en het apparaat over
een optionele harde schijf beschikt, kunt u het volgende document scannen of de
volgende opdracht programmeren. Terwijl het apparaat opwarmt kunt u ook de
volgende opdracht programmeren.
48
Xerox CopyCentre/WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128 Handleiding voor de gebruiker
Toets <C>
Toets <Start>