3.
Druk eenmaal op de toets <Alles wissen> op het bedieningspaneel om vorige
selecties te annuleren.
4.
Voer de nodige handelingen uit.
Selecteer, indien nodig, een van de tabbladen en configureer de scaninstellingen.
Zie hieronder voor meer informatie over ieder tabblad.
E-mail – pagina 119
Opslaan in: Scan naar mailbox – pagina 124
Opdrachtsjablonen - Netwerkscannen – pagina 125
Opslaan in: Scan naar FTP/SMB – pagina 126
Scannen - Basis – pagina 129
Afdrukkwaliteit – pagina 133
Scanopties – pagina 134
Afdrukopmaak – pagina 138
3. Start de scanopdracht
1.
Druk op de toets <Start> om de
documenten te scannen.
OPMERKING: Indien Verificatie is
ingeschakeld, kan het zijn dat u een
gebruikers-ID en een toegangscode
(indien deze is ingesteld) moet
invoeren. Indien u hulp nodig heeft,
neemt u contact op met de getrainde
operateur.
4. Bevestig de scanopdracht in de opdrachtstatus
1.
Druk op de toets
<Opdrachtstatus> op het
bedieningspaneel om het
scherm [Opdrachtstatus] te laten
verschijnen.
De scanopdracht in de wachtrij
wordt getoond. Indien er geen
opdracht op het scherm wordt getoond, kan het zijn dat deze al is verwerkt.
Voor meer informatie, zie Huidige opdrachten en wachtrijopdrachten in het hoofdstuk
Opdrachtstatus op pagina 282.
Xerox CopyCentre/WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128 Handleiding voor de gebruiker
Scanprocedure
Toets
<Start>
117