11 Instellingsprocedures
Tijd
Stel de huidige tijd in. U kunt kiezen tussen de 12-uurs en de 24-uurs notatie. Indien u
[12-uursklok] selecteert, verschijnen de toetsen waarmee u voormiddag of namiddag
kunt aangeven. De hier ingestelde tijd wordt op lijsten en overzichten afgedrukt.
Tijdzone
Stel het tijdsverschil in ten opzichte van GMT.
Zomer-/wintertijd
Wanneer deze toepassing is ingeschakeld, stelt het apparaat automatisch de juiste tijd
in wanneer de zomertijd begint en eindigt. Geeft de begin- en einddata in van de
zomertijdperioden.
NTP-tijdsynchronisatie
Wanneer deze toepassing is ingeschakeld, wordt het Network Time Protocol (NTP)
gebruikt om de tijd van het apparaat te synchroniseren met die van de aangegeven
tijdserver.
OPMERKING: Indien de tijdserververbinding mislukt, gebruikt het apparaat zijn eigen
tijd zonder synchronisatie.
Verbinding met tijdserver
Geef aan of deze toepassing moet worden in- of uitgeschakeld.
Verbindingsinterval
Selecteer de tijdsperiode gedurende welke er een verbinding moet zijn met de
aangegeven printer (tussen 1 en 500 uur).
IP-adres tijdserver
Geef met de aantaltoetsen op het bedieningspaneel het IP-adres aan van de tijdserver.
Auto-wissen
Wanneer deze toepassing is ingeschakeld, verschijnt het standaardscherm op het
apparaat indien u niet binnen de geselecteerde periode een bewerking uitvoert. U kunt
de tijdperiode tussen 1 en 4 minuten instellen. Het tijdinvoerveld verschijnt alleen
wanneer u [Aan] selecteert.
Automatisch opdracht vrijgeven
Wanneer deze toepassing is ingeschakeld en een probleem, zoals een papierstoring,
de huidige kopieer- of scanopdracht onderbreekt en die storing niet binnen de
geselecteerde tijdperiode is verholpen, kan de volgende opdracht worden uitgevoerd.
U kunt de tijdperiode tussen 4 en 99 minuten instellen. Het tijdinvoerveld verschijnt
alleen wanneer u [Aan] selecteert.
202
Xerox CopyCentre/WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128 Handleiding voor de gebruiker