11 Instellingsprocedures
Dit hoofdstuk, dat bedoeld is voor de getrainde operateur, bevat informatie over het
wijzigen van verschillende standaardinstellingen op het apparaat, het registreren van
items zoals mailboxen en bestemmingen, en het configureren of wijzigen van
instellingen voor de getrainde operateur.
Procedure voor systeeminstellingen
In dit deel wordt de basisprocedure voor systeeminstellingen beschreven. Volg de
onderstaande stappen.
1. De mode Systeeminstellingen activeren – pagina 199
2. De instellingen naar eigen keuze instellen – pagina 200
1. De mode Systeeminstellingen activeren
1.
Druk op de toets <Aan-/
afmelden> op het
bedieningspaneel.
2.
Voer de juiste gebruikers-ID in
via de aantaltoetsen op het
bedieningspaneel of via het
schermtoetsenbord. Voor
informatie over invoer via het
toetsenbord, zie Toetsenbord in
het hoofdstuk Fax/internetfax op
pagina 88.
OPMERKING: De standaard-ID van de getrainde operateur is "11111". Indien de
verificatietoepassing is ingeschakeld, kan het zijn dat u ook nog een toegangscode
moet invoeren. De standaardtoegangscode is "x-admin". Voor het wijzigen van de
standaardgebruikers-ID of standaardtoegangscode, zie Instellingen
systeembeheerder op pagina 271.
Xerox CopyCentre/WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128 Handleiding voor de gebruiker
Toets <Aan-/
afmelden>
199