Stoepen oprijden
Stoepen afrijden
Stoepen – alternatieve methode
Roltrappen
Trappen
x
®
INVACARE
SPIN
Deze methode is bedoeld voor als de begeleider zich achter de rolstoel
bevindt en het geeft de gebruiker een veilig gevoel.
Het volgende advies is voor de begeleider:
Tekening 1
Stel de anti-tip hoger in. Zorg ervoor dat de voeten van de gebruiker zich
op de voetplaten bevinden en er niet vanaf kunnen glijden. Vervolgens
kantelt u de rolstoel en rijdt hem tegen de stoeprand aan.
Tekening 2
Laat de voorzijde van de rolstoel op de stoeprand zakken en ga zo dicht
mogelijk achter de rolstoel staan voordat u de rolstoel optilt aan de
achterzijde.
Tekening 3
Leun voorover en lift / rol de rolstoel de stoep op.
Tekening 4
Laat de rolstoel op de stoep zakken zodat het gewicht weer wordt
verdeeld over de vier wielen. Zorg ervoor dat de rolstoel niet achteruit
rolt.
Volg de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde. (Stap 4,3,2,1)
om de stoep af te rijden.
Deze methode wordt over het algemeen gebruikt door ervaren bege-
leiders met meer kracht. De methode kan eveneens gebruikt worden
als het obstakel slechts minimaal is.
De begeleider stapt achteruit de stoep op en trekt de rolstoel de stoep
op. Het is hierbij belangrijk dat de begeleider zijn / haar lichaam goed
gebruikt om verwonding aan het eigen lichaam te voorkomen. Kantel de
rolstoel achterover en rol de rolstoel over de stoeprand op de stoep.
Let vooral goed op wanneer de stoep nat of glad is.
Neem nooit een roltrap met een rolstoel. Zoek in dit geval naar de
dichtstbijzijnde lift
Wij adviseren het gebruik van trappen zoveel mogelijk te vermijden wan-
neer u in de rolstoel zit. Kies een alternatieve route.
Het verdient de aanbeveling om trappen altijd te nemen met behulp van
twee begeleiders. Een begeleider loopt voor de rolstoel en houdt de
rolstoel aan het frame vast terwijl de andere begeleider achter de rolstoel
loopt en de rolstoel aan de duwhandvatten vasthoudt. Zorg ervoor dat
de duwhandvatten / duwbeugel goed vastzitten. Draai de anti-tip weg
onder de rolstoel. Kantel de rolstoel achterover op de achterwielen tot
de rolstoel in balans is. De rolstoel wordt vervolgens trede voor trede
de trap afgerold. Begeleiders moeten de rolstoel nooit vast grijpen aan
de armsteunen of beensteunen. De rolstoel mag alleen vastgegrepen
worden aan de vaste framedelen en de begeleiders moeten eraan denken
hun benen te gebruiken en hun rug recht te houden.
33