correct is of dat het in de opname aangegeven vlak horizontaal is. In dit geval is er een
grote afwijking tussen de schatting en de daadwerkelijke meting.
Terwijl u een lijn tekent en verlengt, ziet u de weergegeven afstand, die automatisch uit
het beeld wordt berekend.
6.2.1.1 Afstandsbepaling in opnamen
1. Selecteer in het menu "Functies' de opties "Afbeelding' en "Meting uit afbeelding'.
◁ De laser wordt ingeschakeld.
2. Breng het apparaat onder een rechte hoek naar het horizontale vlak waarop wordt
gericht.
3. Druk een keer op de meettoets of tip het richtkruis aan.
◁ Het bereik waarop wordt gericht wordt opgenomen en de gemeten afstand wordt
weergegeven.
4. Tip het potloodsymbool aan.
◁ Het lijnsymbool en het symbool voor de tekstopmerking verschijnen en verdwijnen
na enkele seconden weer.
Aanwijzing
Als de symbolen uitgeschakeld zijn, opnieuw het beeld aantippen om de
symbolen weer te tonen.
5. Tip het lijnsymbool aan.
◁ Een lijn wordt in de opname geplaatst.
6. Schuif het begin- en eindpunt van de af-
stand ongeveer in positie.
Aanwijzing
Het begin- en eindpunt van de af-
stand moeten binnen het horizontale
vlak liggen. Wanneer het beeld berei-
ken bevat die niet in het horizontale
vlak liggen, leidt een plaatsing van de
eindpunten in deze bereiken tot dui-
delijk afwijkende waarden.
7. Raak de eindpunten aan en houd deze vast
om te vergroten en laat de eindpunten op
de exacte positie los.
◁ De bepaalde lengte van de in het beeld
geplaatste lijn wordt weergegeven.
6.2.1.2 "Meting uit afbeelding' ‒ Extra functies
▶ Afstanden toevoegen: Selecteer linksonder het symbool "Nieuwe afstand".
▶ Afstand vergroten of wissen: Raak de afstand op het display aan.
▶ Een vlak tekenen: Verbind bij drie of meer afstanden de laatste afstand met de eerste
afstand.
6.2.2 Gemeten afstanden in opnamen documenteren ("Teken in foto')
1. Selecteer in het menu "Functies' de opties "Afbeelding' en "Teken in foto'.
Printed: 29.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5270047 / 000 / 04
Nederlands
35