5.2.3 Standby activeren
▶ Druk kort de Aan/Uit-schakelaar in.
◁ De weergave wordt uitgeschakeld, en het apparaat bevindt zich in de standby-
modus.
Aanwijzing
Als het afstandmeetapparaat zich in de standby-modus bevindt, kan het met elk
van de vier toetsen weer worden geactiveerd.
5.2.4 Apparaat ontsluiten
Aanwijzing
Wanneer het apparaat enige tijd niet wordt bediend, gaat het over op de rustmodus
en wordt het display geblokkeerd.
1. Druk kort een van de vier toetsen van het apparaat in.
◁ Het display wordt ingeschakeld en het slotsymbool wordt weergegeven.
2. Veeg om het slotsymbool te ontsluiten voorbij de rechter displayrand.
◁ Het apparaat is ontsloten.
Aanwijzing
Door het indrukken van een van de drie meettoetsen geraakt u direct bij de
functie "Direct'.
5.2.5 Uitschakelen
Aanwijzing
Het apparaat hoeft alleen te worden uitgeschakeld als het de volgende dag niet
hoeft te worden gebruikt of wanneer u lang met de acculading moet doen.
1. Druk de Aan/Uit-schakelaar lang in.
2. Selecteer in het menu "Uitschakelen'.
3. Bevestig met "OK'.
◁ Het apparaat trilt tweemaal en schakelt zichzelf uit.
5.3 Afstellen van de hellingsensor
Aanwijzing
Een regelmatige afstelling van de hellingsensor draagt bij aan de meetnauwkeu-
righeid. Dit geldt met name voor indirecte metingen waarvan de resultaten op de
nauwkeurigheid van de hellingshoeksensor berusten.
(De hellingshoeksensor is niet van invloed op de nauwkeurigheid van de laser bij
directe metingen.)
1. Selecteer in het menu "Functies' de opties "Instellingen' en "Hellingsensor afstel-
len'.
2. Leg het apparaat met het display naar boven op een horizontaal oppervlak.
3. Druk op de meettoets.
4. Draai het apparaat in tegengestelde richting zonder het van de ondergrond op te tillen.
5. Druk op de meettoets.
◁ De hellingsensor is afgesteld.
Printed: 29.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5270047 / 000 / 04
Nederlands
31