3.10.4.2 Doelplaat PDA 51
De doelplaat PDA 51 heeft geen reflecterende film en wordt bij ongunstige lichtverhou-
dingen en kortere afstanden geadviseerd.
3.10.4.3 Doelplaat PDA 52
De doelplaat PDA 52 heeft dezelfde reflecterende film als de PDA 50, maar is aanzienlijk
groter (210 x 297 mm). Daardoor kan met deze doelplaat bij grotere afstanden aanzienlijk
eenvoudiger worden gericht.
3.11 Meten van zeer korte afstanden
De kortste afstand die met het apparaat onder typische omstandigheden kan worden
gemeten bedraagt 15 cm (USA: 6 inch). De minimumafstand voor een betrouwbaar
oppervlak kan echter tot wel 1,5 m bedragen, als de kleur of het oppervlak van het doel
niet-reflecterend is, bijvoorbeeld zwart, of als dit een fluweelachtige oppervlaktestructuur
heeft. Als de meting onbetrouwbaar is, geeft het apparaat geen resultaat aan.
3.12 Meetnauwkeurigheid
De nauwkeurigheid van de laserafstandsmeting van de referentiepositie van het apparaat
tot aan de laserpunt heeft een maximale afwijking van 1,0 mm. Als een doel niet
bereikbaar is of als fel zonlicht deze nauwkeurigheid niet mogelijk maakt, wordt geen
resultaat weergegeven.
De meetnauwkeurigheid met de functies "Indirect', "Pythagoras' en "Afbeelding' kan
onder typische gebruiksomstandigheden zonder zorgvuldig gebruik van een statief dui-
delijk onder 1,0 mm liggen. De afwijking hangt af van hoe nauwkeurig de referentiepositie
tijdens alle voor het meetresultaat benodigde metingen wordt aangehouden. Regelmatig
gebruik van de korte meetverlenging maakt het gemakkelijker om het apparaat rond een
ongewijzigde startpositie te zwenken. Daarentegen zal bij het ronddraaien van het appa-
raat zonder ondersteuning door een meetverlenging of een statief regelmatig een lichte
afwijking van de exacte referentiepositie optreden.
De meetnauwkeurigheid met de functie "Afbeelding' is afhankelijk van of het apparaat
exact onder een hoek van 90° t.o.v. het doel is geplaatst (onder een rechte hoek, zowel
horizontaal als verticaal) en of het gehele oppervlak dat in de doelfoto werd gevangen
daadwerkelijk een vlak oppervlak is, bijvoorbeeld een gevel of het plafond in een kamer.
De volgende tabel toont typische afwijkingen bij metingen in foto's, als de foto niet onder
een hoek van 90° is genomen.
Storing door opnamen vanuit een positie niet onder een rechte hoek t.o.v. de
wand
In de volgende tabel wordt er vanuit gegaan dat de verticale 90°-hoek tegen de wand met
behulp van de hellingshoekaanduiding van het afstandmeetapparaat wordt aangehouden.
De procentuele storingsaanduidingen in de tabel geven de afwijking van het meetresultaat
in verhouding tot de overeenkomstige werkelijke afstand aan.
Beperkingen
• Met de individuele instelling van apparaten wordt geen rekening gehouden.
• Waarden gelden voor metingen uit de hand.
• Bij gebruik van een statief neemt de nauwkeurigheid met circa 0,5% toe.
20
Nederlands
Printed: 29.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5270047 / 000 / 04