afsluitkap). Vervolgens de gesloten fles met referentieolie kort
schudden om de warmte in de fles beter te verdelen.
Kalibratie / Afstelling uitvoeren
1. Instrument inschakelen en tijdens de displaytest
ingedrukt houden.
-
bij gedeactiveerde
> bij geactiveerde PIN:
2. Met
[Hold]
door de configuratiemodus drukken, tot
resp.
no
branden in het display.
3. Met
[ ]
of
[ ]
4. Met
[Hold]
bevestigen.
-
OIL
en
CAL
branden in het display.
De nauwkeurigheid van de kalibratie/afstelling wordt
negatief beïnvloed, als de fles referentieolie met de hand
wordt vastgehouden.
5. Sensor in referentieolie dompelen. Indompeldiepte in acht
nemen!
-
Indien alarmindicatie geactiveerd: het display brandt oranje.
6. Kalibratie-/afstelproces met
registratie van de meetwaarde: sensor in de olie bewegen.
-
Het display brandt rood.
-
Gemeten TPM-waarde en temperatuur worden weergegeven.
-
Bij stabiele meetwaarde: bedieningstoetsen zijn vrijgegeven,
het display brandt groen.
PIN
brandt
PIN
invoeren.
kalibratie-/afstelfunctie inschakelen (yes).
[Hold]
7 Product onderhouden
[Hold]
Alarm
in het display.
CAL
starten. Voor een snellere
ca. 2 s
en
yes
29