5
Verlaat de glimlachstand door op A te
drukken.
Schakel over naar de andere opnamestand.
C
Functies Gezichtsprioriteit en Detectie van glimlachende gezichten
Als de camera op het gezicht van mensen wordt gericht (vooraanzijde) in de glimlachstand, wordt
het gezicht automatisch herkend en wordt het glimlachende gezicht van de herkende persoon
gedetecteerd.
• In sommige opnameomstandigheden werkt gezichtsherkenning niet en kunnen geen gezichten
worden gedetecteerd.
• Zie "Gezichtsprioriteit" (A 24) voor meer informatie over Gezichtsprioriteit.
C
Fotograferen in de glimlachstand
Bij gebruik van de glimlachstand wordt in de volgende situaties met Automatisch uit (A 105) de
camera uitgeschakeld als er geen bewerkingen worden uitgevoerd:
• Als de camera geen gezichten herkent.
• Als de camera wel het gezicht heeft herkend maar geen glimlach kan detecteren.
C
Bediening van ontspanknop
Druk de ontspanknop in om opnames te maken.
• Als Gezichtsprioriteit actief is, wordt de scherpstelling vergrendeld op het herkende gezicht en
ontspant de sluiter automatisch.
• Als de stand Gezichtsprioriteit niet wordt geactiveerd, stelt de camera scherp op het onderwerp in
het midden van het kader.
C
Beschikbare functies in de glimlachstand
• De instellingen kunnen worden gewijzigd voor flitsstand (A 30) en belichtingscompensatie
(A 35).
• Als u op d drukt in de glimlachstand, kan de instelling Beeldkwal./form veranderen (A 79). Als
de instelling voor de stand Beeldkwal./form wordt gewijzigd, wordt de nieuwe instelling ook op
alle andere opnamestanden toegepast (behalve de standen voor sport continu, hoge
gevoeligheid en films).
• Digitale zoom is niet beschikbaar.
D
Meer informatie
Zie "Autofocus" (A 25) voor meer informatie.
De glimlachstand gebruiken
53