Onderwerpafhankelijke opnamestanden
De onderwerpstand gebruiken
De camera-instellingen worden automatisch geoptimaliseerd voor het
geselecteerde onderwerp. De volgende onderwerpstanden zijn beschikbaar.
b Portret
c Landschap
e Nachtportret
f Party/binnen
De onderwerpstand instellen
1
Druk op A in de opnamestand om
het menu met opnamestanden
weer te geven en gebruik H of I
van de multi-selector om een
onderwerpstand te selecteren.
• b (Portret) is de standaardinstelling.
• Het pictogram van de als laatste
gebruikte onderwerpstand wordt weergegeven.
2
Gebruik de multi-selector K om een
onderwerpstand te selecteren en druk op k.
De camera wordt nu in de onderwerpstand gezet.
3
Kadreer het onderwerp en druk af.
Bij onderwerpstanden waarbij gebruik
wordt gemaakt van de flitser, moet u niet
vergeten de ingebouwde flitser uit te
klappen voordat u de opname gaat maken.
D
Beeldkwal./form
U kunt de stand Beeldkwal./form (A 79) uitsluitend instellen door op d te drukken. Als de
instelling voor de stand Beeldkwaliteit/-formaat wordt gewijzigd, wordt de nieuwe instelling ook op
de andere opnamestanden toegepast (behalve de standen voor sport continu, hoge gevoeligheid
en films).
36
g Strand/sneeuw
h Zonsondergang
i Schemering
j Nachtlandschap
k Close-up
u Voedsel
l Museum
n Kopie
o Tegenlicht
p Panorama assist
Portret
Strand/sneeuw
10 18 18