Eerste stappen
De batterijen plaatsen
1
Open het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf.
• Houd de camera ondersteboven voordat u het het
deksel van het batterijvak/de kaartsleuf opent om te
voorkomen dat de batterijen eruit vallen.
2
De batterijen plaatsen
• Plaats de batterijen op correcte wijze, zoals rechts
wordt weergegeven.
3
Sluit het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf.
Batterijen
In deze camera kunnen de volgende batterijen van R6/AA-type worden gebruikt.
• Vier LR6/L40-alkalinebatterijen (batterijen meegeleverd)
• Vier FR6/L91-lithiumbatterijen
• Vier EN-MH2 oplaadbare nikkelmetaalhydridebatterijen (NiMH)
De camera aan- en uitzetten
Verwijder de objectiefdop en druk op de
hoofdschakelaar om de camera aan te zetten. Het
camera-aan-lampje (groen) brandt kort, waarna de
monitor wordt ingeschakeld. Druk nogmaals op de
hoofdschakelaar om de camera uit te zetten. Als de
camera wordt uitgeschakeld, worden zowel het camera-
aan-lampje als de monitor uitgeschakeld.
Als de camera uit staat, kunt u deze aanzetten in de weergavestand door
c ingedrukt te houden.
14
3
1
2
1
2