De onderwerpstand gebruiken
j Nachtlandschap
Er wordt een lange sluitertijd gebruikt om fraaie nachtelijke
landschapsfoto's te maken.
• De camera stelt scherp op oneindig. Het scherpstelveld of de
scherpstelaanduiding (A 8) brandt altijd groen wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt. Houd er echter rekening
mee dat voorwerpen op de voorgrond mogelijk niet altijd
scherp zijn.
• De AF-hulpverlichting wordt automatisch uitgeschakeld,
ongeacht de instelling van de AF-hulpverlichting (A 104).
m
W
* U kunt ook andere instellingen selecteren.
k Close-up
Voor het fotograferen van bloemen, insecten en andere kleine
voorwerpen op korte afstand.
• De macrostand (A 34) wordt op ON (Aan) gezet en er
wordt automatisch ingezoomd naar de dichtstbijzijnde
opnamepositie die mogelijk is.
• De camera kan scherpstellen tot een afstand van 1 cm tot de
lens als F en de zoomaanduiding groen worden
weergegeven (de zoomaanduiding bevindt zich in de buurt
van K).
• De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van
het beeld.
• De camera blijft scherpstellen totdat u de ontspanknop half
indrukt om het scherpstelveld te vergrendelen.
• Foto's worden nadelig beïnvloed door cameratrilling.
Controleer daarom de instelling van de Vibratiereductie
(A 102) en houd de camera stevig vast.
m
U*
* U kunt ook andere instellingen selecteren. Denk er wel aan dat de flitser onderwerpen op minder
dan 50 cm afstand mogelijk niet geheel kan uitlichten.
O: Voor onderwerpstanden met de aanduiding O wordt het gebruik van een
statief aanbevolen. Zet Vibratiereductie (A 102) op Uit bij gebruik van een
statief.
40
n
Uit*
n
Uit*
O
p
Uit
p
Aan
o
0,0*
o
0,0*