B
De ingebouwde flitser inklappen
Als u de flitser niet gebruikt, klapt u de ingebouwde flitser in (A 6).
B
Fotograferen bij weinig licht met uitgeschakelde flitser (W)
• Gebruik een statief om de camera stabieler te maken tijdens opnamen en cameratrillingen te
vermijden. Zet Vibratiereductie (A 102) op Uit bij gebruik van een statief.
• De aanduiding E verschijnt wanneer de camera automatisch de ISO-waarde verhoogt om de
kans op onscherpte bij lange sluitertijden te minimaliseren. In foto's die worden gemaakt terwijl
E wordt weergegeven, kan lichte beeldruis optreden.
B
Opmerking over het gebruik van de flitser
Als u de flitser gebruikt, kan de weerkaatsing van het flitslicht door stofdeeltjes in de lucht lichte
vlekjes in de foto's veroorzaken. Om dit effect te verminderen, zet u de flitser op W (Uit).
C
Het flitserlampje
Het flitserlampje geeft de status van de flitser aan wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
• Aan:
flitser wordt gebruikt wanneer de foto wordt
gemaakt.
• Knippert:
de flitser wordt opgeladen. Wacht enkele
seconden en probeer het opnieuw.
• Uit:
de flitser wordt niet gebruikt wanneer de foto wordt gemaakt.
Als de batterij bijna leeg is, wordt de monitor uitgeschakeld totdat de flitser is opgeladen.
C
De instelling van de flitsstand
De standaardinstelling van de flitsstand is afhankelijk van de opnamestand.
• Stand G (eenvoudige autostand): de camera stelt automatisch de flitsstand vast op basis van de
onderwerpstand en gebruikt de flitser.
• Stand d (sport continu): W Uit (vergrendeld)
• Stand B (hoge gevoeligheid): U Automatisch
• Stand a (glimlachstand): U Automatisch
• Onderwerpstand: de standaardinstelling is afhankelijk van het onderwerpmenu (A 36).
• A (automatisch): U Automatisch
Wanneer de opnamestand in de stand A (automatisch) (A 29) of in de stand voor hoge
gevoeligheid (A 50) staat, wordt de gewijzigde flitsinstelling opgeslagen, zelfs als de camera is
uitgeschakeld.
C
Flitsbereik
In de eenvoudige autostand en de automatische stand heeft de flitser een bereik van ongeveer 0,5
tot 6,5 m als de camera helemaal is uitgezoomd, en van ongeveer 0,5 tot 4,5 m als de camera
helemaal is ingezoomd.
In de stand voor hoge gevoeligheid is het bereik ongeveer 0,5 tot 11,0 m als de camera helemaal is
uitgezoomd, en van ongeveer 0,5 tot 9,0 m als de camera helemaal is ingezoomd.
De flitser gebruiken
31