TABEL 8
TABEL VOOR GEPLAND ONDERHOUD
HANDELING
Oliepeil en staat van de olie controleren
Drukaccumulator controleren
Aanzuiging controleren (buizen, koppelingen)
Aanzuig- en opstuwfilters controleren en
reinigen
Bevestiging pompvoeten en schroeven
in het algemeen controleren
Eventueel membranen controleren en vervangen, olie
aftappen
Aanzuig-/opstuwkleppen controleren
Aantrekking schroeven van de pomp controleren
pijpen, antidruppel membranen controleren
Slijtage van de pijpen controleren
Peil hydraulische olie controleren
Mogelijke aanwezigheid risico of breuk aan de lasnaden
controleren, vooral van de sproei-inrichtingen voor
onkruidbestrijding
De geledingen en wielnaven smeren met vet
De druk van de banden controleren
OPMERKING:
0
Uit te voeren door de gebruiker
X Uit te voeren door een gespecialiseerde technicus of door een erkende werkplaats
(1) Eerste maal olie aftappen
(2) Aftappen wanneer membranen worden vervangen
TABEL 9
PROBLEMEN, OORZAKEN, OPLOSSINGEN
PROBLEMEN
De pomp zwengelt niet aan
De pomp bereikt niet de op het
plaatje aangegeven druk
Onregelmatige druk (met pulsen)
Buitensporige trillingen bij het
opstuwen
Geluid en laag oliepeil
Water in de olie
De vloeistof komt niet uit de
pijpen
OPMERKING: (*) Alleen door een gespecialiseerde technicus
8 u
OORZAKEN
Aanzuiging van lucht
Regelklep gesloten
(bedieningsgroep niet op druk nul)
Kleppen en/of zittingen van
aanzuig- en opstuwkleppen
versleten of vuil
Klep en/of zitting van de
regelklep versleten
Kleppen en/of zittingen van
aanzuig- en opstuwkleppen
versleten of vuil
Onvoldoende toerental per minuut
Gebruikte pijpen versleten of
met te grote gaten
Aanzuiging vernauwd
Kleppen en/of zittingen van
aanzuig- en opstuwkleppen
versleten of vuil
Aanzuiging van lucht
Drukaccumulator ontlast of met
onjuiste luchtdruk
Aanzuiging
vernauwd
Een of meer membranen
gescheurd
Opstuwfilter vuil
Antidruppelfilters vuil
Pijpen verstopt
50 u
300 u
OPLOSSINGEN
De aanzuiginrichting controleren
De hendel in de
correcte stand zetten
Vervangen of reinigen (*)
Vervangen (*) Vervangen
of reinigen (*)
Het correcte toerental instellen, altijd tussen
350 -f 550 toeren/min
Vervangen
De filterpatroon reinigen
of de vernauwing oplossen
Vervangen of reinigen (*)
De aanzuiginrichting controleren
De goede luchtdruk instellen
(Zie boekje pomp) (*)
De aanzuiginrichting controleren
Vervangen (*) Als niet onmiddellijk wordt
vervangen alle water uit de pomp afvoeren
vullen met zuivere olie zonder water (zelfs
gebruikte) of benzine om roest op de
interne organen te voorkomen.
Reinigen
EINDE
SEIZOEN