8
HANDLANSEN
Voor het gebruik van handlansen moet aandacht worden besteed aan de volgende
opmerkingen:
=
de straal vloeistof nooit naar elektrische leidingen richten of naar zones waar
elektrische stroom aanwezig is, naar gebouwen of naar zones waar mensen
kunnen voorbij komen.
= de straal niet naar mensen of dieren richten.
De straal kan ernstige verwondingen veroorzaken door de mechanische kracht van
de vloeistof onder druk.
=
In geen geval de openinghendel blokkeren in de open stand, bij een eventuele
val wordt de lans dan oncontroleerbaar
=
Na het werk en nadat de pomp is stilgelegd, controleren dat eventuele
resterende druk in de pijpen onder druk volledig wordt afgevoerd om toevallige
plenzen te vermijden tijdens het wegbergen.
Er zijn verschillende twee soorten lansen: met hendel, mitra, pistool.
Voor meer informatie, raadpleegt u het boekje in de verpakking.
De lans met hendel wordt uitsluitend bediend met de hendel A die in functie van de
erop uitgeoefende druk een kegelvormige of een naaldvormige straal produceert.
De standaard pijp is Ø 1,5
De lans met mitra kan een naaldvormige straal of een volle kegelvormige straal
produceren; de vorm van de straal wordt gekozen door de hendel B naar voor of
naar achter te duwen. Om de straal te openen, hendel C gebruiken. De standaard
pijp is Ø 2,5
Voor alle lansen bestaan er vervangingspijpen, het debiet ervan wordt opgegeven in
de tabellen nr. 4 en nr. 5 ( pagina 25).
9
HASPEL
Beschikbaar voor buizen van 20-50-100 m, met mechanisch, elektrisch of
hydraulisch oprollen.
Voor het gebruik, het bijgevoegde boekje raadplegen, er zijn aanzienlijke verschillen
tussen de buizen.
Na het werk de rol voor het oprollen blokkeren om te vermijden dat de buis afrolt
tijdens het transport van de sproeier.
10
ONDERHOUD
(uit te voeren met stilgelegde machine en cardanas)
Het onderhoud van de sproeier is van fundamenteel belang om een hoog niveau
van veiligheid te verzekeren. Raadpleeg ook de boekjes over de belangrijkste
elementen van de sproeier.
Alle onderhouds- of herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd wanneer de
machine en de cardanas zijn stilgelegd, met een propere kuip en proper
buizenstelsel, zonder restanten van chemische producten.
10.1 GEPLAND ONDERHOUD
(TABEL nr. 8, pagina 27)
Zorg voor een bord met gepland onderhoud dat in de tijd gevolgd moet worden, om de
sproeier in goede staat van werking te houden.
Voor
de
belangrijke
onderhoudswerkzaamheden
na-verkoop-dienst van UNIGREEN bij uw verkoper en gebruikt u alleen originele
wisselstukken van UNIGREEN.
10.2 GEWOON ONDERHOUD
=
Na elke behandeling de binnenkant van de kuip en het hele buizenstelsel
reinigen zoals opgegeven in paragraaf 4.11.
=
Controleer regelmatig dat de aanzuigfilters en opstuwfilters proper zijn
(zie figuur hiernaast).
=
Controleer het oliepeil in de volumetrische compensator van de pomp.
=
Het gebruik van zeer schadelijke chemische producten die rubbernitriel bevatten
(bijv. onkruidbestrijders en producten voor rijstvelden) kunnen aanleiding geven tot
vroegtijdig scheuren van de membranen.
In dergelijke omstandigheden de controles opvoeren.
10.3 BUITENGEWOON ONDERHOUD
Op het einde van het seizoen bij intensief gebruik, of om de twee jaar bij
normaal gebruik, een algemene controle laten uitvoeren door een
gespecialiseerde technicus van de na-verkoop-dienst.
richt
u
zich
tot
de
Demonteren van het aanzuigfilter