Inhoudsopgave
Advertenties
4.5
CARDANAS
Deze kan voor bepaalde modellen op verzoek worden geleverd.
De cardanas moet een CE-merkteken dragen.
Er moeten ook altijd een aparte richtlijnen bij zijn en deze moeten
strikt gevolgd worden; de bescherming waarop het merkteken
gedrukt is, moet intact zijn.
Controleer vooraf de lengte, om te vermijden dat:
=
er SCHADELIJKE DRUK ONTSTAAT OP DE POMPAS als hij te
lang is
=
er MOGELIJK GEVAARLIJKE SCHEUREN ONTSTAAN als hij te
kort is
DE MINIMALE AFSTAND TUSSEN DE BOVEN ELKAAR LIGGENDE
TELESCOPISCHE BUIZEN MAG NIET MINDER ZIJN DAN 1/3 VAN
DE LENGTE VAN DE BUIZEN.
Het overdraagbaar vermogen moet ten minste gelijk zijn aan het
vermogen dat nodig is voor de werking van de sproeier. Bedenk dat
het vermogen dat nodig is voor de werking van een sproeier zonder
schoepen bijna gelijk is aan het vermogen van de pomp ; dit
vermogen wordt opgegeven in het boekje met richtlijnen voor de
pomp. Voor pompen met 20 bar is het vereiste vermogen in het
algemeen 20 CV ; voor pompen met 50 bar is het vereiste vermogen
30 CV. Dit vermogen wordt opgegeven in de tabellen nr. 11a-b-c
(pagina's 28 - 29 - 30).
a)
Haak de blokkeerkettingen vast op de vaste verankeringen.
b)
Controleer dat de duwer of de ring " E " (FIG. 2) correct is
ingestoken en geblokkeerd, zowel aan de kant van de pomp als aan de
kant van de tractor.
c)
In geen geval een hellingsgraad van 30° in alle richtingen
overschrijden.
d)
Met de machine stilgelegd, regelmatig dwarsstukken en buizen
smeren met vet en daarbij de aansluitzones proper houden.
e)
Vermijd dat het uiteinde van de cardanas in contact komt met de
grond wanneer de machine stil staat; gebruik daarvoor de steun die
in bepaalde versies wordt meegeleverd; als een dergelijke steun niet
beschikbaar is, de externe blokkeerketting vasthaken aan een deel
van het frame van de machine (bijv. steun van de bedieningsgroep).
IN GEEN GEVAL DE CARDANOVERBRENGING STARTEN
ALS DE VOLGENDE BESCHERMINGEN ONTBREKEN:
−
BESCHERMING AFTAKAS VAN DE TRACTOR
−
BESCHERMING CARDANAS
−
VASTE BESCHERMING OP POMPAS
4.4.2 HYDRAULISCHE KOPPELING AAN DE
VERDELERS
De machines waarvoor een hydraulische koppeling is om de
sproei-inrichtingen voor onkruidbestrijding te starten, zijn
uitgerust met mannelijke halve verbindingen met
snelkoppeling van het "Push-Pull" 1/2". U kunt de buizen
aansluiten door eenvoudig weg te drukken tot ze klikken, waak
erover:
- dit alleen te doen met stilgelegde motor;
- eventueel aangesloten uitrustingen aan de hefinrichting van
de tractor te laten zakken;
- de twee te koppelen delen zorgvuldig te reinigen.
Opgelet: De gebruikte hydraulische cilinders zijn van het type
met "dubbel effect". Raadpleeg de handleiding voor gebruik en
onderhoud van de tractor.
Advertenties
Inhoudsopgave
