3.2
LAWAAI VAN DE MACHINE
Gebruik geluidwerende helmen om de oren te beschermen tijdens het
gebruik van de machine ; de sproeiers die alleen uitgerust zijn met een
pomp en een hydraulische installatie produceren lawaai van minder
dan 80 dB(A).
Gegevens in overeenstemming met de volgende reglementeringen:
Richtlijn " Machines " 98/37/CE (nieuwe codificering van richtlijn
89/392 CE).
Italiaanse wet nr. 292 van 4 september 2002 met betrekking tot de
akoestische emissie in het milieu van machines en uitrustingen,
bestemd voor gebruik in open lucht.
Italiaanse wet 277/91 inzake de bescherming van werknemers tegen
de risico's, afkomstig van blootstelling aan chemische, fysische of
biologische middelen.
3.3 REFERENTIEREGLEMENTERING:
-
RICHTLIJN " MACHINES " 98/37/CEE (nieuwe codificering van
richtlijn 89/392 CE).
-
RICHTLIJN 86/188/CEE: risico's in verband met de blootstelling
aan lawaai (omgezet in Italië door D.-L. 277/1991).
-
Decreet van de president van de Italiaanse republiek 547/1955:
Normen voor de preventie van ongevallen en voor de hygiëne op het
werk.
-
Italiaanse wet nr. 292 van 4 september 2002 met betrekking tot de
akoestische emissie in het milieu van machines en uitrustingen,
bestemd voor gebruik in open lucht.
-
UNI EN ISO 12100-1/Apr. 2005 : Veiligheid van machines –
Fundamentele begrippen, algemene principes van ontwerp - Deel 1 :
Basisterminologie, methodologie
-
UNI EN ISO 12100-2/Apr. 2005 : Veiligheid van machines –
Fundamentele begrippen, algemene principes van ontwerp - Deel 2 :
Technische principes
-
UNI EN 294/juli 1993: Veilige afstanden van bovenste ledematen
tot gevaarlijke zones.
-
UNI EN 349/juni 1994: Minimale afstand om risico's op het
verpletteren van lichaamsdelen te voorkomen.
-
UNI EN 907/nov.1998: Landbouw- en bosbouwmachines -
Sproeiers en verspreiders van vloeibare meststoffen - Veiligheid.
-
UNI EN 954-1/dec. 1998 : Veiligheid van machines – Algemene
principes van ontwerp.
-
UNI EN 982/juli 1997 Veiligheid van machines.
Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot hydraulische en
pneumatische transmissiesystemen en onderdelen ervan. Hydraulica.
-
UNI EN ISO 4254-1/juni 2006 : Landbouwmateriaal -
Veiligheid - Deel 1 : Algemeen.
-
ISO 11684/1995: Pictogrammen – algemene principes.
4
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK
4.1
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
De sproeiers bestaan uit een frame in geprofileerd staal en een kuip in
polyester, versterkt met glasvezels, of in polyethyleen met een hoge densiteit.
Het frame is geschilderd met een speciale epoxyverf of, al naar gelang de
versie, warm verzinkt. De kuip met gemakkelijke afvoer laat gebruik toe op
alle mogelijke terreinen, zelfs op hellingen.
De pompen hebben in het algemeen membranen en in bepaalde
gevallen zuigers. Alle bijkomende toebehoren voor de sproeier, zoals
hefinrichtingen, zelfnivellerende inrichtingen, mechanische of
hydraulische sproei-inrichtingen voor onkruidbestrijding, stralen en
pijpen, maken de sproeier UNIGREEN tot een uiterst goede en
doeltreffende uitrusting.