5
Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname
Elektrische stoelverstelling
LET OP
Ongevalrisico, beknellingsgevaar
– Stel alleen af wanneer de machine stilstaat.
– Tijdens het verstellen bewegen de pedaalplaat
en de stoelconsole. Houd uw vingers daarom
uit de buurt van de bewegende delen. Bedien
met één hand de tuimelschakelaar en plaats de
andere hand om de joystick.
– Controleer of er zich geen voorwerpen in de
buurt van de bewegende delen bevinden. Zij
zouden bekneld kunnen raken en het mecha-
nisme beschadigen.
Voor een optimale afstemming van het be-
stuurderscompartiment op het postuur van de
bestuurder, kunt u met deze optie zowel de
positie van de bestuurdersstoel als die van de
pedaalplaat elektrisch verstellen.
Druk de tuimelschakelaar (1) in het bedie-
ningspaneel omhoog of omlaag tot er een
comfortabele positie is gevonden. Een schaal
op het frontpaneel van de pedalen (2) geeft
een indicatie van de instelling, zodat u deze
gemakkelijker kunt onthouden. De stoel zelf
en de stuurkolom kunnen eveneens worden
versteld, net zoals bij de standaarduitvoering.
Stuurkolom verstellen
GEVAAR
Ongevalrisico!
Stel de stand van de stuurkolom alleen af wanneer
de machine stilstaat, en niet tijdens het rijden.
– Schroef de spanbout los (5) en zet de
stuurkolom in de gewenste stand.
– Draai de spanbout (5) stevig vast. Contro-
leer of hij stevig is vastgeschroefd.
56
1
1 0
9
8
7
6
5
4
3
2
2
1
0
51818042518 [NL]
Gebruik
1801_342-001