Gebruik
Ladingstoestand van de batterij contro-
leren
De batterij-indicator werkt nadat de batterij-
aansluiting is verbonden. Het ontladingspro-
ces moet worden bewaakt om diepe ontlading
van de batterij te voorkomen. De hydraulische
heffunctie wordt uitgeschakeld als er een rest-
capaciteit van 20% wordt bereikt.
OPMERKING
De karakteristiek van de batterij-indicator
moet afhankelijk van de geïnstalleerde batterij
worden ingesteld. Zie 'Batterijgegevens
instellen'.
Als de batterij volledig geladen is, lichten alle
segmenten van het display (1) op. Naarmate
de capaciteit afneemt, doven deze één
voor één . Als de maximaal toelaatbare
ontladingsdiepte van 80% is bereikt, knippert
alleen nog het laatste segment. Dit geeft aan
dat de hefonderbreking is bereikt.
OPMERKING
Het display wordt pas weer gereset als er een
volle batterij wordt aangesloten; anders wordt
de laatste gemeten waarde weergegeven.
Batterij opladen
– Parkeer de machine beveiligd; zie
⇒ Deel "Machine beveiligd parke-
ren", blz. 5-150.
– Open het batterijcompartiment en koppel de
batterijstekker los; zie ⇒ Deel "Batterijstek-
ker loskoppelen", blz. 5-136.
GEVAAR
Explosiegevaar door ontvlambare
gassen!
De batterij geeft tijdens het opladen
een mengsel van zuurstof en water-
stof (knalgas) af. Dit gasmengsel is
explosief en mag niet ontbranden.
– Zorg altijd voor een goede
ventilatie in de ruimtes.
1
51818042518 [NL]
Omgang met de batterij
1801_560-001
5
147