Inhoudsopgave
Advertenties
Checklist voordat u contact zoekt met de onderhoudsdienst
Als er tijdens het gebruik van uw ijsmachine een probleem ontstaat, volg dan de checklist voordat u de onderhoudsdienst belt.
Routinematige afstellingen en onderhoudsprocedures vallen niet onder de garantie.
Probleem
IJsmachine werkt niet.
IJsmachine stopt en kan opnieuw worden
gestart door op de aan-/uitschakelaar te
drukken.
IJsmachine geeft ijs niet vrij of is traag met
opbrengst.
IJsmachine komt niet in de opbrengstmodus.
IJskwaliteit is slecht (zacht of niet helder).
IJsmachine maakt dunne of niet complete
blokjes, of het ijspatroon op de verdamper is
niet compleet.
Onderdeelnummer TUC107 Rev 02 6/17
Hoofdstuk 5
Probleemoplossing
Mogelijke oorzaak
Geen stroom naar de ijsmachine en/of de
condenseringseenheid.
Uitschakeling door hoge druk.
Energiebesparing of ander veld met programmering
stopt de ijsmachine.
Watergordijn uit of vast in geopende positie.
IJsmachine is niet ingeschakeld.
Alleen IB-modellen – thermostaat dispenserniveau
is open.
Veiligheidslimiet stopt de ijsmachine.
IJsmachine is vuil.
IJsmachine staat niet waterpas.
Lage luchttemperatuur rond de hoofdsectie van de
ijsmachine.
Regeling ventilatorcyclus deactiveert de motor van de
condensorventilator niet.
Waterregelklep niet goed afgesteld of sluit niet.
De zes minuten vriestijdvergrendeling zijn nog niet
afgelopen.
IJsdiktemeter is vuil.
IJsdiktemeter is afgesloten.
IJsdiktemeter is niet meer afgesteld.
Ongelijke ijsvulling (dun aan de bovenkant van de
verdamper).
Slechte inkomende waterkwaliteit.
Waterfiltering is slecht.
IJsmachine is vuil.
Wateraftapklep werkt niet.
Waterontharder werkt niet goed (indien van
toepassing).
IJsdiktemeter is niet meer afgesteld.
Waterpeil in de goot is te laag.
Filter watertoevoerklep is vuil.
Waterfiltering is slecht.
Heet toevoerwater.
Watertoevoerklep werkt niet.
Ingaande waterdruk incorrect.
IJsmachine staat niet waterpas.
Oplossing
Vervang de zekering/zet de aardlekschakelaar om/zet
de hoofdschakelaar aan.
Reinig condensorspoel. (Zie pagina 44.)
Terugzetten naar fabrieksinstellingen (Zie
pagina 35.)
Watergordijn moet zijn geplaatst en vrij kunnen
bewegen.
Druk op de aan-/uitknop, display moet aangeven
"Making ice" (ijsproductie).
Stel thermostaat af op correct dispenserniveau.
Raadpleeg "Veiligheidslimieten" op de volgende
pagina.
Reinig en ontsmet de ijsmachine. (Zie pagina 40.)
Zet de ijsmachine waterpas.
Luchttemperatuur moet minimaal 2°C zijn.
Bel de onderhoudsdienst.
Controleer of er water is bij de condensorafvoer
tijdens de opbrengstcyclus. Neem contact op met een
gekwalificeerd onderhoudsbedrijf voor het afstellen/
vervangen van de klep als er water aanwezig is.
Wacht tot de vriestijdvergrendeling is afgelopen.
Reinig en ontsmet de ijsmachine. (Zie pagina 40.)
Sluit de meter aan op het regelpaneel.
Stel de ijsdiktemeter af. (Zie pagina 26.)
Controleer of er voldoende water in de goot is. Neem
contact op met een gekwalificeerd onderhoudsbedrijf
om het koelsysteem te controleren.
Neem contact op met een gekwalificeerd
onderhoudsbedrijf om de kwaliteit van het
binnenkomende water te testen en voor advies over
het juiste filter.
Vervang het filter.
Reinig en ontsmet de ijsmachine. (Zie pagina 40.)
Demonteer en reinig de wateraftapklep.
Repareer de waterontharder.
Stel de ijsdiktemeter af. (Zie pagina 26).
Controleer de positie van de waterniveaumeter.
Verwijder watertoevoerklep en reinig filter.
Vervang het filter.
Sluit de ijsmachine aan op een koudwateraanvoer.
(Zie pagina 16.)
Vervang de watertoevoerklep.
Waterdruk moet liggen tussen 140 kPa - 550 kPa.
Zet de ijsmachine waterpas.
45
Advertenties
Inhoudsopgave
