4 Plaats de nieuwe DIMM recht in de DIMM-connector totdat de grendels in
de vergrendelde stand klikken.
De DIMM-zijde met sleutel uitlijnen met de connector. Als de DIMM niet in
positie klikt, gebruik dan geen kracht. Positioneer de module opnieuw,
waarbij u ervoor zorgt dat de DIMM volledig in de connector zit.
5 Installeer het paneel opnieuw en draai de schroef aan.
Als u in stap 1 de duplexeenheid heeft verwijderd, plaatst u
deze weer.
6 Sluit alle interfacekabels weer aan.
7 Sluit het netsnoer aan en schakel de printer in.
8 Activeer het geheugen in het stuurprogramma. Voor instructies over het
activeren van het geheugen raadpleegt u "Opties/standaardwaarden voor
stuurprogramma's selecteren (voor Windows)" op pagina 17.
Dual In-Line Memory Module (DIMM)
147