Afdrukopties selecteren
Afdrukvoorkeuren selecteren (Windows)
Printervoorkeuren zijn van toepassing op alle afdruktaken, tenzij u deze
specifiek voor een taak onderdrukt. Als u bijvoorbeeld automatisch
dubbelzijdig afdrukken wilt gebruiken voor de meeste afdruktaken,
stelt u deze optie in bij de afdrukvoorkeuren.
1 Klik op Start, selecteer Instellingen en klik vervolgens op Printers.
2 Klik in de map Printers met de rechtermuisknop op het pictogram
voor uw printer.
3 Kies Printervoorkeuren of Eigenschappen in het pop-upmenu.
4 Selecteer de gewenste opties op de tabbladen van het stuurprogramma
en klik op OK om de selecties op te slaan.
Klik op de knop Help op het tabblad van het printerstuurprogramma
om de on line help weer te geven voor meer informatie over de opties
van Windows-printerstuurprogramma's.
Opties selecteren voor een specifieke taak (Windows)
Als u voor een bepaalde taak speciale afdrukopties wilt gebruiken, moet u de
instellingen van het stuurprogramma wijzigen voordat u de taak naar de
printer verzendt. Wanneer u bijvoorbeeld twee afdrukken van een document
wilt maken, selecteert u deze instelling in het stuurprogramma voordat u deze
opdracht afdrukt.
1 Open het document of de afbeelding in de overeenkomstige toepassing
en open het dialoogvenster Afdrukken.
2 Selecteer de Phaser 6120-printer en klik op de knop Eigenschappen om
het printerstuurprogramma te openen.
3 Selecteer de gewenste opties op de tabbladen van het stuurprogramma.
4 Klik op OK om uw selecties op te slaan.
5 Druk de taak af.
20
Afdrukopties selecteren