6.1.2.2
Ingangsaandrijving uitrichten
2
1
Afb. 17
Voorwaarde:
•
Het voorzetwerktuig is gedemonteerd, zie hoofdstuk Bediening, "Demontage van de
machine".
Hoogte-instelling van de ingangsaandrijving:
•
De 4 schroeven (1) (aan beide zijden van de ingangsaandrijving) en de contramoeren
(4) van de trekbalk (3) losdraaien.
•
De ingangsaandrijving (5) zo lang in de hoogte verschuiven tot de koppelingsschijf (6)
en de koppelingstap (7) t.o.v. elkaar zijn uitgericht.
•
De 4 schroeven (1) (aan beide zijden van de ingangsaandrijving) en de contramoeren
(4) van de trekbalk (3) weer vastdraaien.
Hellingsinstelling van de ingangsaandrijving:
•
De 8 schroeven (2) (aan beide zijden van de ingangsaandrijving) en de contramoeren
(4) van de trekbalk (3) losdraaien.
•
De ingangsaandrijving (5) zolang in de schuinte verstellen tot de afwijking van de assen
van de ingangsaandrijving (5) en koppelingsschijf (7) y = 180 +/- 2° bedraagt.
•
De 8 schroeven (2) aan beide zijden van de ingangsaandrijving weer vastdraaien.
3
4
5
EC400031_2
Eerste ingebruikneming
51