Bijlage
Code
Betekenis
F.753
Fout verbinding omv. niet herkend
F.755
Fout: 4-wegklep positie niet cor-
rect
F.774
Sensorfout: temp. luchtinlaat
F.785
Ventilatoreenheid 2: Ventilator
geblok.
F.788
Afgiftesyst. circuit: Pompfout
F.817
Fout omvormer: compressor
F.818
Fout omvormer: netspanning
F.819
Fout omvormer: oververhitting
F.820
Verbindingsfout: pomp afgiftecir-
cuit
F.821
Sensorfout: temp. voorl. verwar-
mingsst.
44
Oorzaak
–
Ontbrekende communicatie tussen
de omvormer en de thermostaatprint-
plaat van de buitenunit
–
Verkeerde positie van de vierweg-
klep. Als in het CV-bedrijf de aan-
voertemperatuur lager is dan de re-
tourtemperatuur in het afgiftecircuit.
–
Temperatuursensor in het EEV-om-
gevingscircuit geeft foute tempera-
tuur weer.
–
Sensor niet aangesloten of sensorin-
gang kortgesloten
–
Bevestigingssignaal ontbreekt dat de
ventilator roteert
–
De elektronica van de hoogefficiënte
pomp heeft een fout (bijv. droog
lopen, blokkering, overspanning,
onderspanning) vastgesteld en is
vergrendelend uitgeschakeld.
–
Defect in de compressor (bijv. kort-
sluiting)
–
Defect in de omvormer
–
Aansluitkabel van de compressor
defect of los
–
Verkeerde netspanning voor het
bedrijf van de omvormer
–
Uitschakeling door energiebedrijf
–
Interne oververhitting van de omvor-
mer
–
Pomp meldt geen signaal naar de
warmtepomp terug
–
Sensor niet aangesloten of sensorin-
gang kortgesloten
–
Beide aanvoertemperatuursensoren
in de warmtepomp zijn defect
Installatie- en onderhoudshandleiding GeniaSet Mono 0020291585_01
Oplossing
–
Kabelboom en steekverbindingen op
schade en vastheid controleren en
evt. vervangen
–
Omvormer via aansturing van het
compressorveiligheidsrelais controle-
ren
–
Toegewezen parameters van de
omvormer uitlezen en controleren of
waarden worden weergegeven
–
4-wegklep controleren (is een hoor-
baar omschakelen voorhanden? sen-
sor/actortest gebruiken)
–
Correcte plaatsing van de spoel op
de vierwegklep controleren
–
Kabelboom en steekverbindingen
controleren
–
Temperatuursensor in het EEV-
omgevingscircuit controleren
–
Sensor controleren en evt. vervan-
gen
–
Kabelboom vervangen
–
Luchtstroom controleren, evt. blokke-
ring verwijderen
–
Warmtepomp gedurende minstens
30 sec. stroomloos schakelen
–
Steekcontact op de printplaat contro-
leren
–
Pompfunctie controleren
–
Afgiftecircuit ontluchten
–
Aanwezige vuilzeven op doorlaat-
baarheid controleren
–
Wikkelingsweerstand in de compres-
sor meten
–
Omvormeruitgang tussen de 3 fasen
meten, (moet > 1 kΩ zijn)
–
Kabelboom en steekverbindingen
controleren
–
Netspanning meten en evt. corrige-
ren
De netspanning moet tussen 195 V
en 253 V liggen.
–
Omvormer laten afkoelen en product
opnieuw starten
–
Luchttraject van de omvormer con-
troleren
–
Ventilator op werking controleren
–
De maximale omgevingstemperatuur
van de buitenunit van 46 °C is over-
schreden.
–
Kabel naar de pomp op defect con-
troleren en evt. vervangen
–
Pomp vervangen
–
Sensor controleren en evt. vervan-
gen
–
Kabelboom vervangen