4 Montage
Symbool
aansluiting
Warmwatercircuit, warm water
3.7
CE-markering
Met de CE-markering wordt aangegeven dat de producten
conform de conformiteitsverklaring aan de fundamentele
eisen van de desbetreffende richtlijnen voldoen:.
De conformiteitsverklaring kan bij de fabrikant geraadpleegd
worden.
3.8
Energiebalansregeling
De energiebalans is de integraal uit het verschil tussen wer-
kelijke waarde en gewenste waarde van de aanvoertem-
peratuur die elke minuut wordt bijgeteld. Als een ingesteld
warmtedeficiet (WE = -60°min in de CV-functie) wordt be-
reikt, dan start de warmtepomp. Als de toegevoerde warmte-
hoeveelheid met het warmtedeficiet overeenkomt (integraal
= 0°min), dan wordt de warmtepomp uitgeschakeld.
De energiebalans wordt voor het CV- en koelbedrijf gebruikt.
3.9
Compressorhysterese
De warmtepomp wordt voor de CV-functie bijkomend voor
de energiebalans ook via de compressorhysterese in- en
uitgeschakeld. Als de compressorhysterese boven de ge-
wenste aanvoertemperatuur ligt, dan wordt de warmtepomp
uitgeschakeld. Als de hysterese onder de gewenste aan-
voertemperatuur ligt, dan start de warmtepomp opnieuw.
3.10
Koelbedrijf
Het product is compatibel met het koelbedrijf van de warmte-
pomp.
▶
Activeer en parametreer het koelbedrijf in de systeem-
thermostaat.
4
Montage
4.1
Product uitpakken
1.
Verwijder de verpakking van het product.
2.
Verwijder de documentatie.
3.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 19)
16
A
B
4.
Schroef de 4 bevestigingsplaatjes vooraan en achter-
aan van de pallet en verwijder ze.
4.2
Leveringsomvang controleren
▶
Controleer de leveringsomvang op volledigheid en be-
schadigingen.
Aantal
Omschrijving
Product
1
1
Zakje met documentatie
Zakje met installatiemateriaal
1
Hoofdstroomvoorzieningskabel 1-fase 230 V
1
(3 x 6 mm
Hoofdstroomvoorzieningskabel 3-fase 400 V
1
(5 x 1,5 mm
4.3
Opstelplaats kiezen
▶
De opstellingsplaats moet onder 2000 meter boven NAP
liggen.
▶
Kies een droge kamer die altijd vorstvrij is, die de maxi-
male opstelhoogte niet overschrijdt en die de toegestane
omgevingstemperatuur niet onder- of overschrijdt.
–
Toegestane omgevingstemperatuur: 7 ... 40 ℃
–
Toegestane relatieve luchtvochtigheid: 40 ... 75 %
▶
Let erop dat de vereiste minimumafstanden in acht geno-
men kunnen worden.
▶
Het toegestane hoogteverschil tussen binnen- en buiten-
unit mag niet meer dan 15 m zijn.
▶
Houd er bij de keuze van de opstelplaats rekening mee
dat het product tijdens het gebruik trillingen aan de bo-
dem of aan in de buurt liggende wanden kan overbren-
gen.
▶
Zorg ervoor dat de vloer vlak is en voldoende draagver-
mogen heeft om het gewicht van het product te kunnen
dragen.
▶
Zorg ervoor dat er een doelmatige leidinginstallatie kan
plaatsvinden.
Installatie- en onderhoudshandleiding GeniaSet Mono 0020291585_01
A
B
2
)
2
)