Voor het passief vergrendelen en
ontgrendelen is een geldige passieve
sleutel nodig die zich in de omgeving van
een van de drie externe detectiezones
bevindt. Deze bevinden zich op ca. 1,5 m
van de voorportiergrepen en de achterklep.
N.B.: Het systeem werkt misschien niet
wanneer de passieve sleutel zich dicht bij
metalen voorwerpen of elektronische
apparaten bevindt, zoals sleutels of een
mobiele telefoon.
Passieve sleutel
Uw auto kan met de passieve sleutel
vergrendeld en ontgrendeld worden. U kunt
de passieve sleutel ook als
afstandsbediening gebruiken om uw auto
te vergrendelen en te ontgrendelen. Zie
Vergrendelen en ontgrendelen
(bladzijde 55).
Auto vergrendelen
E248556
De vergrendelsensoren bevinden zich op
de handgrepen van elk voorportier.
Raak een vergrendelsensor één keer aan
om de auto te vergrendelen en het alarm
te activeren.
Voor voertuigen met dubbele vergrendeling
raakt u een vergrendelsensor twee keer
binnen drie seconden aan om het voertuig
dubbel te vergrendelen en het alarm te
activeren.
N.B.: Pak tijdens het vergrendelen van de
auto nooit de portierhandgreep beet.
Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing
Portieren en sloten
N.B.: Uw voertuig blijft ongeveer een
seconde vergrendeld. Wanneer de
vertragingsperiode voorbij is, kunt u de
portieren weer openen, mits de passieve
sleutel zich binnen het betreffende
detectiezone bevindt.
N.B.: Uw auto wordt niet automatisch
vergrendeld. Als u geen vergrendelsensor
aanraakt, blijft uw auto ontgrendeld.
De richtingaanwijzers knipperen tweemaal
kort om te bevestigen dat alle portieren en
de achterklep vergrendeld zijn en het alarm
geactiveerd is.
Bij de achterklep
Als de passieve sleutel zich bij gesloten
portieren in de auto bevindt, kan de
achterklep niet worden gesloten en komt
deze weer omhoog.
N.B.: Indien zich een tweede geldige sleutel
binnen de detectiezone van de achterklep
bevindt, kan de achterklep worden gesloten.
Auto ontgrendelen
E248555
Trek aan de buitenhandgreep van een
voorportier om het portier te ontgrendelen
en te openen. Raak de vergrendelsensor
aan de voorkant van de handgreep niet
aan.
De richtingaanwijzers knipperen eenmaal
lang om te bevestigen dat alle portieren
en de achterklep ontgrendeld zijn en het
alarm gedeactiveerd is.
N.B.: De passieve sleutel moet zich binnen
het detectiegebied van dat portier bevinden.
60