Wanneer actieve parkeerhulp de besturing
overneemt, kan het systeem onder
bepaalde omstandigheden de remmen
inschakelen om te vertragen of de auto tot
stilstand te brengen.
•
De remmen kunnen worden
ingeschakeld bij een rijsnelheid van
circa 8 km/h. Deze functie probeert de
rijsnelheid binnen de grenzen voor het
parkeerhulpsysteem te houden.
Interventie van het remsysteem om uw
auto te vertragen annuleert het
manoeuvre met actieve parkeerhulp
niet.
•
De remmen kunnen worden
ingeschakeld als een obstakel wordt
gedetecteerd binnen het pad dat uw
auto aflegt. Interventie van het
remsysteem kan de auto volledig tot
stilstand brengen en kan de effecten
van een botsing verminderen. Als de
auto volledig tot stilstand komt,
kunnen de remmen korte tijd
ingeschakeld blijven. Als deze functie
wordt ingeschakeld, wordt het
manoeuvre met actieve parkeerhulp
geannuleerd en moet u de volledige
controle over de auto overnemen om
het parkeermanoeuvre te voltooien.
Actieve parkeerhulp uitschakelen
U kunt het systeem als volgt handmatig
uitschakelen:
•
Druk op de knop voor actieve
parkeerhulp tijdens een manoeuvre.
•
Het stuurwiel vastgrijpen tijdens een
actief manoeuvre.
•
Gedurende 30 seconden sneller dan
30 km/h rijden tijdens het zoeken naar
een parkeerplek.
•
Sneller dan 50 km/h rijden.
•
Sneller dan 9 km/h rijden tijdens een
actief manoeuvre.
•
De aandrijfregeling uitschakelen.
Tourneo Connect/Transit Connect (CHC) Vehicles Built From: 14-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3750nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing
Parkeerhulp
198
(indien aanwezig)
Bepaalde voertuigomstandigheden kunnen
het systeem ook uitschakelen, zoals:
•
Het systeem voor de aandrijfregeling
wordt geactiveerd of is defect.
•
Het antiblokkeersysteem wordt
geactiveerd of is defect.
Bij een storing in het systeem wordt een
bericht weergegeven en weerklinkt een
signaal. Laat uw auto zo snel mogelijk
controleren.
Uitparkeerhulp fileparkeren
Het systeem stuurt uw auto uit een
parkeerplek voor fileparkeren. U bedient
het gaspedaal, de transmissie en de
remmen. Het systeem geeft u hoorbaar en
zichtbaar instructies om uit de parkeerplek
voor fileparkeren te rijden.
N.B.: Dit systeem is niet bedoeld als
hulpmiddel bij het verlaten van een
parkeerplek voor fileparkeren.
Druk één keer op de knop
wanneer de auto stilstaat in een
parkeerplek voor fileparkeren.
N.B.: Als u uw auto niet met de actieve
parkeerhulp hebt geparkeerd, druk dan één
keer op de knop om fileparkeren te
selecteren. U moet de uitparkeerhulp
selecteren via het informatiedisplay.
Het systeem geeft een bericht weer met
instructies om een richtingaanwijzer in te
schakelen. Gebruik de richtingaanwijzer
om te kiezen aan welke kant van de auto
u de parkeerplek wilt verlaten. Er
verschijnen instructies op het scherm om
uw auto naar voren en naar achteren in de
parkeerplek te plaatsen.