F
Druk op [Invoeren] in [Wachtwoord].
G
Voer een wachtwoord in en druk vervolgens op [OK].
Het hier ingevoerde wachtwoord is vereist om de beveiligingsinstellingen
van het PDF-bestand te kunnen wijzigen.
H
Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op [OK].
I
Selecteer de beveiligingsinstelling.
U kunt de volgende beveiligingsinstellingen specificeren:
• Machtiging voor afdrukken: [Verbieden], [Toestaan] of [Alleen lage resolutie].
• Machtiging voor wijzigen: [Verbieden] of [Toestaan].
• Machtiging voor kopiëren of uitpakken: [Verbieden] of [Toestaan].
J
Druk tweemaal op [OK].
Opmerking
❒ De waarden voor [Wachtwoord] en [Master wachtwoord] mogen niet hetzelfde
zijn.
❒ U kunt voor een Master wachtwoord maximaal 32 alfanumerieke tekens
invoeren.
❒ Als [40 bit] is geselecteerd als PDF-coderingsniveau, kunt u [Alleen lage re-
solutie] niet voor de afdrukmachtiging selecteren.
Bestandstype en bestandsnaam instellen
6
135