Basisbewerking voor de TWAIN-netwerkscanner
In deze paragraaf wordt de basisbewerking uitgelegd voor het scannen met de
TWAIN-netwerkscanner.
Belangrijk
❒ Als u de TWAIN-netwerkscanner wilt gebruiken, moeten een TWAIN-com-
patibele toepassing (zoals DeskTopBinder) en het TWAIN-stuurprogramma
op de clientcomputer zijn geïnstalleerd.
In de volgende voorbeeld worden Windows XP en DeskTopBinder Lite gebruikt.
A
Wijs in het menu [Start] de optie [Programma's] aan, wijs [DeskTopBinder] aan
en klik vervolgens op [DeskTopBinder].
B
In het menu [Extra], klikt u op [Scannerinstellingen...].
C
Klik op [Scannerstuurprogramma selecteren...].
D
Selecteer in de lijst de naam van het apparaat dat u wilt gebruiken en klik
vervolgens op [Selecteren...].
E
Klik op [OK].
F
Plaats de originelen.
G
Wijs in het menu [Bestand] naar [Document toevoegen] en klik vervolgens op
[Scannen...] om het dialoogvenster Scannerbesturing weer te geven.
Het dialoogvenster Scannerbesturing wordt gebruikt om een scanner te be-
dienen die gebruik maakt van het TWAIN-stuurprogramma.
H
Geef de instellingen op aan de hand van criteria zoals het soort origineel,
de soort scan en de afdrukstand van het origineel.
Raadpleeg de Help van het TWAIN-stuurprogramma voor meer informatie.
I
Klik in het dialoogvenster Scannerbesturing op [Scannen...].
Als u op [Scannen...] drukt, wordt mogelijk een dialoogvenster weergegeven
waarin u wordt gevraagd uw gebruikersnaam en wachtwoord op te geven.
Dit is echter afhankelijk van de beveiligingsinstellingen.
Als er nog meer originelen moeten worden gescand, plaatst u het volgende
origineel en klikt u vervolgens op [Scannen...].
Als er geen originelen meer hoeven worden gescand, klikt u op [Voltooid].
J
In het menu [Bestand], klikt u op [Afsluiten].
Basisbewerking voor de TWAIN-netwerkscanner
5
103