n
8.2.9.2
8.2.9.3
8.2.9.4
82
Standaard is NO.
Opmerking
Bij de eerste keer in bedrijf stellen van het toestel moet gecontroleerd worden of de
instelling overeenkomt met de configuratie van het zonnesysteem.
Aanzetten van solar pomp
Met dit menu kan u de pomp in het zonnesysteem handmatig aanzetten. U bereikt het
menu via:
•
[
]: SETTINGS SOLAR | TEST SOLAR PUMP.
Het volgende scherm verschijnt.
Bij het selecteren van START begint de pomp 2 minuten te draaien. Als de 2 minuten
verstreken zijn stopt de pomp weer met draaien.
Instellen van solar-limiet
De solar-limiet temperatuur is de maximale watertemperatuur (gemeten met sensor T
het toestel verkregen door opwarming via het zonnesysteem.
Deze waarde is instelbaar van 65 tot 80 °C. De standaardwaarde is 65 °C.
Als u de solar-limiet hoger instelt dan het setpoint (zie sectie 4.3.3), dan zal nadat het
setpoint bereikt is, de zonnepomp worden ingeschakeld om het water verder te
verwarmen. Dit is echter alleen zinvol als het zonnesysteem ook daadwerkelijk verwarmt.
Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van het temperatuursverschil tussen de temperatuur
bovenin de zonnecollector (S
Het menu voor de solar-limiet bereikt u via:
•
[
]: SETTINGS SOLAR | SOLAR LIMIT.
Zie de tabel (zie sectie 11.1) voor het regelbereik en de standaardwaarde per toestel.
Instellen van solar-differentie
De solar-differentie is een waarde die mede bepaald hoe de opwarmcyclus van het toestel
verloopt. U bereikt het menu via:
•
[
]: SETTINGS SOLAR | SOLAR DIFFERENCE.
Zie de tabel (zie sectie 11.1) voor het regelbereik en de standaardwaarde per toestel.
) en die in het toestel (gemeten met sensor S
1
Gedeelte over installatie, service en onderhoud
) in
1
).
2