Waarschuwing: De pomp moet worden aangesloten op een aardleiding. De pomp
moet met een externe stroomschakelaar worden aangesloten; de minimale opening
tussen alle elektroden is 3 mm.
•
De pomp heeft geen externe motorbeveiliging nodig.
•
Controleer of de voedingsspanning en frequentie overeenkomen met de parameters die op
het typeplaatje van de pomp staan vermeld.
•
Gebruik de bij de pomp behorende stekker om de stroomvoorziening aan te sluiten.
•
Als het indicatielampje op het bedieningspaneel gaat branden, dan betekent dit dat de
voeding is ingeschakeld.
6� Bedieningspaneel
6.1 Bedieningselementen op het bedieningspaneel
Let op:
1. 1.
Als I en II tegelijkertijd worden weergegeven, betekent dit BL1. Als I en III tegelijkertijd
Als I en II tegelijkertijd worden weergegeven, betekent dit BL1. Als I en III tegelijkertijd
worden weergegeven, betekent dit BL2. Als I en Auto tegelijkertijd worden weergegeven,
worden weergegeven, betekent dit BL2. Als I en Auto tegelijkertijd worden weergegeven,
betekent dit Bl3.
betekent dit Bl3.
2. 2.
Als II en III tegelijkertijd worden weergegeven, betekent dit HD1. Als II en Auto
Als II en III tegelijkertijd worden weergegeven, betekent dit HD1. Als II en Auto
tegelijkertijd worden weergegeven, betekent dit HD2. Als II en P tegelijkertijd worden
tegelijkertijd worden weergegeven, betekent dit HD2. Als II en P tegelijkertijd worden
weergegeven, betekent dit HD3.
weergegeven, betekent dit HD3.
6.2 Weergavestatus van foutcodes
Nadat de stroom is ingeschakeld, geeft het lichtgebied positie 6 de status aan. Tijdens bedrijf
brandt het lampje met de weergave van de stand constant. Wanneer de elektrische pomp niet
goed kan werken, knippert het lampje met de weergave van de stand continu. De betreffende
storingen zijn zoals hieronder weergegeven:
Storingscode
Het lampje van stand 1 knippert
Het lampje van stand 2 knippert
Wij behouden ons het recht voor om wijzigingen door te voeren in de ontwerpen en de technische specificaties van onze producten.
1.
Indicatie pompstand I,II,III
2.
Indicatie van automatische pompstand (AUTO)
3.
Indicatie pompstand PWM
4.
Keuzeknop voor pompstanden
Storingsomschrijving
Overspanningsbeveiliging, start opnieuw
zodra de spanning weer normaal is
(laagspanningsbeveiligingswaarde 270 + 5V)
Onderspanningsbeveiliging, start opnieuw
zodra de spanning weer normaal is
(laagspanningsbeveiligingswaarde 165 + 5V)
9