15� Controlelijst voor storingen
Waarschuwing: Alvorens u onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de
elektrische pomp uitvoert, moet u ervoor zorgen dat de stroomvoorziening is
losgekoppeld en niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
Symptoom Bedieningspaneel
Indicatielampje
"Uit"
Het lampje van
stand 1 knippert
Het lampje van
stand 2 knippert
Het lampje van
stand 3 knippert
Motorpomp
Het lampje van
kan niet
stand 4 knippert
worden
gestart
Het lampje van
stand 5 knippert
Het lampje van
stand 1+2 knippert
Het lampje van
stand 1+3 knippert
Het lampje van
stand 1+4 knippert
Het lampje van
stand 1+5 knippert
Geluid in het
systeem
Geluid in de
motorpomp
Onvoldoende
warmte
Wij behouden ons het recht voor om wijzigingen door te voeren in de ontwerpen en de technische specificaties van onze producten.
Oorzaak
Apparaatzekering
doorgebrand
De stroomonderbreker
van stroomregeling of
spanningsregeling gaat open
Storing van de pompmotor
Hoog voltage
Laag voltage
Overstroombeveiliging
Geen water in de pomp
Fase-beveiliging,
de motorspoel is
beschadigd of de motor
is niet goed aangesloten
Rotor zit vast
Motorweerstandparameters
komen niet overeen
Beveiliging tegen
oververhitting
Bescherming tegen
oververhitting
Er zit lucht in het systeem
Te hoog debiet
Er zit lucht in de motorpomp Ontlucht het systeem
Te lage inlaatdruk
Slechte werking
van de pomp
Corrigerende handeling
Vervang de zekering
Sluit de stroomonderbreker
aan
Inleveren voor
fabrieksonderhoud
Inspecteer of de voeding binnen
het opgegeven bereik valt
Inspecteer of de voeding binnen
het opgegeven bereik valt
Inleveren voor
fabrieksonderhoud
Open het ventiel en de aanvoer
Water naar de pomp
Inleveren voor
fabrieksonderhoud
Verwijder de pompbehuizing
en haal de rotorreiniging eruit
Inleveren voor
fabrieksonderhoud
Verlaag
omgevingstemperatuur
Verlaag
omgevingstemperatuur
Ontlucht het systeem
Verlaag inlaatdruk van de pomp
Verhoog inlaatdruk
Verhoog inlaatdruk
van de pomp
23