Bedieningshandleiding
Beschrijving Van Het Toestel
telescopische arm van de stabilisator. Deze arm kan
naar de buitenkant en naar de binnenkant van de
wagen bewegen door op speciale geleidingen, op de
voor- en achteruiteinde van de wagen, te schuiven.
Deze twee onderdelen worden geactiveerd door
middel van een specifieke hydraulische cilinder
gescharnierd tussen de draaiarm van de stabilisator
en de wagenstructuur.
De plaatsing van de stabilisatoren bestaat uit twee
bewegingen: ten eerste wordt de telescopische
arm van de stabilisator helemaal uitgetrokken en
vervolgens wordt de draaiarm van de stabilisator
helemaal naar beneden gedraaid. Tijdens de
sluitfase van de stabilisatoren zijn deze twee
bewegingen omgekeerd: ten eerste wordt de
draaiarm van de stabilisator helemaal naar boven
gedraaid en vervolgens wordt de telescopische arm
van de stabilisator helemaal ingetrokken.
Een specifiek mechanisme en het hydraulische
circuit zorgen ervoor dat deze twee bewegingen
precies achterelkaar geschieden, geactiveerd door
een enkele cilinder.
De telescopische arm is gescharnierd op de achterkant
van de draaitoren, hij bestaat voornamelijk uit vier
stalen buizen en is voorzien van gelede koppeling
voor de beweging en het vervoer van de last.
Het buitendeel is vastgemaakt aan de achterzijde
van de draaitoren, boven, en wordt bewogen door
een hydraulische cilinder tussen zijn onderste
oppervlak en de centrale zone van de toren.
Het uitschuiven en inschuiven van deze cilinder zorgt
voor de rotatie van het buitendeel van de arm binnen
zijn min. en max. grenzen.
Het grotere centrale deel van de arm kan uitschuiven
ten opzichte van het buitenste deel door een extensie
cilinder boven de arm.
Het kleinere centrale deel van de arm en het
binnenste deel worden door een kettingen systeem,
bestaande uit speciale kettingen die specifiek
ontworpen zijn voor het heffen van lasten, en door
riemschijven en pinnen die nodig zijn voor de juiste
werking van de kettingen.
De articulatiekoppeling, boven het interne deel van
de arm, is voorzien van een draaikoppeling die
gemakkelijk aan verschillende werktuigen gekoppeld
kan worden en die door een andere specifieke
cilinder geactiveerd kan worden.
32
De cilinder is hydraulisch aangesloten aan een andere
cilinder vastgemaakt aan de achterzijde van de toren,
tussen de linker zijde van het eerste deel van de
arm en de onderste plaat van de draaitoren, zodanig
dat een automatisch nivelleringsmechanisme van
de vorken wordt verkregen, waarmee de vorken
automatisch genivelleerd blijven als de arm omhoog
of omlaag gebracht wordt.
De verschillende voor deze machine beschikbare
toebehoren kunnen gemakkelijk vervangen worden
en ze worden geblokkeerd door middel van een
mechanische pin (standaard model) of door middel
van een hydraulische cilinder voor het snel vast- en
loshaken.
De eerder beschreven cilinders van de arm,
de hydraulische motor van de draaitoren en de
torenrotatie reductor worden geactiveerd door middel
van een elektrisch bestuurde verdeler middels een
hoofdjoystick aanwezig op de rechter armsteun van
de bestuurderszitting.
Deze verdeler bedient tevens de rotatiebeweging
van de toren en van de voor en achter stabilisatoren.
De bediener kan de stabilisatoren activeren door
middel van vier, goed van elkaar afgescheiden
e l e k t r i s c h e ( t w e e s t a n d e n ) s c h a k e l a a r s ,
ondergebracht op het voorste instrumentenbord.
De andere beschikbare hoofdbedieningen in de
cabine zijn het stuur (voor de bediening van de
stuurfuncties van de machine), het rempedaal en de
mechanische hendel voor de parkeerrem.
Het stuurwiel is mechanisch aan een stuureenheid
verbonden die de stuurcilinders, op de voor- en
achteras, voedt; op deze wijze is de stuurhoek
proportioneel ten opzichte van het toerental van
het stuur.
Het rempedaal is verbonden aan de rempomp
die hydraulisch gevoed wordt en die, naargelang
de druk die op het pedaal wordt uitgeoefend,
een hydraulische druk veroorzaakt, waardoor de
remschijfeenheden (in oliebad), binnen de achter- en
vooras, geactiveerd worden door op de drijfassen
binnen de as te handelen.
Dezelfde remschijfeenheid op de vooras wordt
geactiveerd door middel van het parkeerrem systeem
door een intern mechanisme dat mechanisch
geactiveerd wordt en hydraulisch weer losgelaten.
GTH-4016 SR - GTH-4018 SR
Tweede Uitgave - Eerste Druk
Code 57.0009.0564