Inhoudsopgave
Advertenties
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Overhandse steken naaien met zigzagvoet "J"
U kunt zeven steken gebruiken om overhands te naaien met zigzagvoet "J".
Patroon Cijfertoets
Steek
Zigzagsteek
(middelste
naaldstand)
Zigzagsteek
(rechter
naaldstand)
2-punts
zigzagsteek
3-punts
zigzagsteek
Overhandse
steek
a
Bevestig zigzagvoet "J".
• Zie "Persvoet verwisselen" (pagina 41) voor
meer informatie.
b
Selecteer een steek.
• Zie "Steken selecteren" (pagina 72) voor
meer informatie.
c
Naai langs de rand van de stof en zorg dat de
naaldpositie rechts van de rand is.
a
a Naaldpositie
Toepassing
Rafelen voorkomen
07
(midden nullijn/
achteruitnaaien)
Rafelen voorkomen
08
–
(rechter nullijn/
verstevigingssteken)
09
–
Rafelen voorkomen
in dikke stof en
10
stretchstoffen
14
Rafelen voorkomen
–
in stretchstoffen
Rafelen voorkomen
15
–
in dikke stof en
stretchstoffen
16
Rafelen voorkomen
–
in stretchstoffen
J
Steekbreedte
[mm (inch)]
Automatisch Handmatig Automatisch Handmatig
3,5
0,0–7,0
(1/8)
(0–1/4)
3,5
2,5–5,0
(1/8)
(3/32–3/16)
5,0
1,5–7,0
(3/16)
(1/16–1/4)
5,0
1,5–7,0
(3/16)
(1/16–1/4)
5,0
0,0–7,0
(3/16)
(0–1/4)
5,0
0,0–7,0
(3/16)
(0–1/4)
4,0
0,0–7,0
(3/16)
(0–1/4)
a Naaldpositie
Memo
Bij het naaien van stretchstoffen behaalt u de
beste resultaten wanneer u de druk van de
persvoet vermindert. Zie "Persvoetdruk
aanpassen" (pagina 43) voor meer
informatie.
Steeklengte
[mm (inch)]
Persvoet
1,4
0,0–4,0
(1/16)
(0–3/16)
1,4
0,3–4,0
(1/16)
(1/64–3/16)
1,0
0,2–4,0
(1/16)
(1/64–3/16)
1,0
0,2–4,0
(1/16)
(1/64–3/16)
2,5
0,5–4,0
(3/32)
(1/32–3/16)
2,5
0,5–4,0
(3/32)
(1/32–3/16)
4,0
1,0–4,0
(3/16)
(1/16–3/16)
1
Overhandse steken 77
3
J
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
