— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Machineonderdelen en hun functie
Hieronder worden de diverse onderdelen van de machine en hun functie beschreven. Lees de
beschrijvingen zorgvuldig door, zodat u de namen van de onderdelen kent voordat u de machine gaat
gebruiken.
Vooraanzicht
D
C
B
A
0
9
a Draadgeleiderplaat
Leid de draad onder de draadgeleiderplaat.
b Draadgeleiderdeksel
Bij het inrijgen van de onderdraad leidt u de draad
achter het draadgeleiderdeksel.
c Klospen
Plaats een draadklos op de klospen.
d Draadgeleider en voorspanningsschijf voor
spoelwinden
Leid de draad onder deze draadgeleider en rond de
voorspanningsschijf wanneer u de spoeldraad wilt
winden.
e Bovendeksel
Open het bovendeksel om de draadklos op de klospen
te plaatsen.
f Spoelwinder
Gebruik de spoelwinder voor het winden van de spoel.
g Bedieningspaneel
Gebruik voor steekselectie en diverse steekfuncties.
(pagina 13)
h Opening voor bevestigen van de kniehevel
Steek de kniehevel in de opening voor het bevestigen
van de kniehevel.
10
1
i Bedieningstoetsen en schuifknop voor
j Accessoiretafel met accessoireruimte
k Draadafsnijder
l Naaldinrijghendel
m Controlevenster draadophaalhendel
n Draadspanningsknop
2
3
snelheidsregeling
Met deze knoppen en de schuif bedient u de
naaimachine. (pagina 12)
Bewaar de persvoet en spoelen in de afneembare
accessoireruimte. Verwijder de accessoiretafel voordat
u cilindrische stukken gaat naaien.
Leid de draden door de draadafsnijder om ze af te
snijden.
Rijg de naald in met de naaldinrijger.
Via het venster kunt u de stand van de
draadophaalhendel controleren.
Draai de draadspanningsknop om de spanning van de
bovendraad aan te passen.
4
5
6
7
8