DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN
Nuttige functies
Hieronder worden functies beschreven waarmee u efficiënter kunt naaien.
Naaldstopstand wijzigen
Bij aankoop is het apparaat zo ingesteld dat de naald
in de stof blijft staan wanneer u stopt. U kunt hem
echter ook zo instellen dat de naald omhoog staat
wanneer u stopt met naaien.
a
Zet de machine aan.
Het LCD-display gaat aan.
b
Druk op
(naaldstopstand).
(naaldstopstandtoets) gaat branden en
de machine is nu zo ingesteld dat de naald
in de hoogste stand staat als u stopt met
naaien.
• Wilt u de instelling herstellen waarbij de
naald omlaag staat als u stopt met naaien,
druk dan op
toets niet langer brandt.
• Ook als u de naaimachine uitzet, blijft de
naaldstopstand gehandhaafd.
60
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
(naaldstopstand) totdat de
Automatisch achteruit/
verstevigingssteken naaien
U kunt de naaimachine instellen om automatisch
achteruit te naaien respectievelijk verstevigingssteken
te maken aan het begin en het eind van een stuk
naaiwerk. De keuze voor achteruitnaaien of
vestevigingssteken is afhankelijk van de steek die u
hebt geselecteerd. Zie "Steekinstellingen" (pagina
134) voor meer informatie.
a
Zet de machine aan.
Het LCD-display gaat aan.
b
Selecteer een steek.
• Zie "Steken selecteren" (pagina 72) voor
meer informatie over het selecteren van
steken.