9
Trek de grendel van de printkop helemaal naar voren en naar beneden en breng de
metalen stang met de haken aan. Duw de vergrendeling naar achteren. Bij het sluiten van
de vergrendeling kunt u enige weerstand voelen.
10
Sluit de bovenste klep en de klep van de inktpatroon.
De printkoppen uitlijnen
De printkoppen worden automatisch uitgelijnd nadat ze zijn geïnstalleerd. Niet goed
uitgelijnde printkoppen leiden tot gekartelde randen of vlekken op de afdrukken. Als de
printkoppen niet goed zijn uitgelijnd, kunt u deze via het bedieningspaneel uitlijnen.
Printkoppen uitlijnen
1
Druk op
2
Druk op
3
Druk op
4
Druk op
op
Als het proces gereed is, drukt de printer een pagina met uitlijnpatronen af.
Vervangen van inktpatronen en printkoppen
Inktpatronen vervangen
Vervang de inktpatronen wanneer de volgende berichten op het bedieningspaneel
verschijnen:
INKTCARTRIDGE [KLEUR] VERVANGEN
INKTCARTRIDGE [KLEUR] IS LEEG
INKTCARTRIDGE [KLEUR] IS VERVALLEN
ONBEKENDE INKTCARTRIDGE [KLEUR]
Raadpleeg de instructies bij de inktpatronen voor informatie over het installeren.
Opmerking
Bij vervanging van de inktpatronen dienen de nieuwe patronen direct te worden geplaatst.
Haal de inktpatronen niet voor langere tijd uit de printer.
NLWW
(selecteren) op het bedieningspaneel.
(pijl-omlaag) om
ONDERHOUD
(pijl-omlaag) om
AFDRUKKWALITEIT
(pijl-omlaag) om
PRINTKOPPEN UITLIJNEN
(selecteren).
te markeren en druk op
te markeren en druk op
te markeren en druk
(selecteren).
(selecteren).
5-3