Inhoudsopgave
Advertenties
6.3.8 C
ONTROLE
D
E KOELVLOEISTOF MOET INDIEN NODIG VOLLEDIG BIJGEVULD WORDEN VOOR DE MOTOR
. H
OP TE STARTEN
DE MACHINE IN WERKING WORDT GESTELD
ATTENZIONE
LET OP
Om persoonlijke letsels te vermijden:
• Zet de motor niet abrupt uit maar wel na ongeveer 5 minuten onbelast bedrijf.
• Werk enkel nadat u de motor en de radiator volledig hebt laten afkoelen (meer
dan 30 minuten na stilstand)
• Verwijder de dop van de radiator niet las de motor zeer heet is. Schroef
vervolgens de radiatordop een weinig open, tot bij de aanslag, om de
overmatige druk te laten ontsnappen en verwijder hem vervolgens helemaal.
Bij oververhitting kan de stoom uit de radiator of uit de reservetank ontsnappen
en ernstige brandwonden veroorzaken.
De uit te voeren werkzaamheden voor de controle van het koelvloeistofpeil en om
bij te vullen zijn de volgende:
a. Verwijder de dop van de radiator (1) en
controleer of de koelvloeistof het onderste
gedeelte van het mondstuk voor bijvullen
bereikt.
b. Controleer het koelvloeistofpeil in het
compenstatievat
halverwege het vat bevindt, is de
koelvloeistof voldoende om een dag te
werken.
c. Als het koelvloeistofpeil door verdamping
daalt, enkel met water bijvullen en de
niveaus controleren, aangeduid in de
punten (a) en (b).
d. Controleer de twee aftapkranen; een
bevindt zich aan de grondplaat en de
andere onderaan de radiator, zie
afbeeldingen.
66
C
OMPACTE DUMPER
/
BIJVULLEN KOELVLOEISTOF
ET KOELVLOEISTOFPEIL MOET DUS GECONTROLEERD WORDEN TELKENS
(2),
als
KC110 ‐ K
UBOTA
.
het
zich
1
2
2
MUKC11061015
Advertenties
Inhoudsopgave
