Schuimelement en papierelement
installeren
Belangrijk: Motor nooit laten lopen zonder dat het
complete luchtfilter gemonteerd is, daar anders de
motor kan worden beschadigd.
1. Plaats het schuimelement en het papierelement op
de ventilatorbehuizing.
Opmerking: De rubberen afdichting moet vlak
tegen de bodem van het luchtfilter aan liggen.
2. Houd de lipjes op het luchtfilterdeksel voor de
sleuven van de ventilatorbehuizing (Figuur 22).
3. Bevestig de hendel aan het luchtfilterdeksel en druk
de hendel omlaag om het deksel vast te zetten op
zijn plaats.
Motorolie verversen/oliepeil
controleren
Type olie: Reinigingsolie (API onderhoudsclassificatie
SF, SG, SH, SJ of hoger)
Carterinhoud: 1,4 liter met filter, 1,3 liter zonder filter
Viscositeit: zie de olietabel (Figuur 23).
Figuur 23
Het motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de maaimessen (aftakas) uit.
3. Stel de parkeerrem in werking.
4. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
5. Verwijder het contactsleuteltje.
6. Open de motorkap.
7. Maak de omgeving van de peilstok (Figuur 24)
schoon, zodat er geen vuil in de vulopening kan
komen, wat in motorschade kan resulteren.
1. Peilstok
2. Metalen deel
8. Verwijder de peilstok en veeg het metalen deel
schoon (Figuur 24).
9. Draai de peilstok helemaal in de vulbuis (Figuur 24).
10. Peilstok opnieuw eruit draaien en oliepeil op metalen
deel controleren. Als het oliepeil te laag is, moet u
langzaam net genoeg olie in de vulbuis gieten totdat
het peil de Volmarkering op de peilstok bereikt.
Belangrijk: Giet niet te veel olie in het carter;
als de motor daarna gaat lopen, kan de motor
schade oplopen.
Motorolie verversen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren
Om de 50 bedrijfsuren (Pleeg
vaker onderhoud bij gebruik van
de machine onder stoffige of vuile
condities.)
1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen.
Opmerking: Warme olie kan beter afgetapt
worden.
2. Parkeer de machine zo dat de aftapkant iets lager
staat dan de andere kant zodat alle olie kan weglopen.
3. Schakel de maaimessen (aftakas) uit.
4. Stel de parkeerrem in werking.
5. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
6. Verwijder het contactsleuteltje.
7. Open de motorkap.
8. Plaats een opvangbak onder de aftapplug.
23
Figuur 24
3. Vulbuis
4. Aftapplug