Figuur 18
1. Vergrendeling
4. Maai het gras met de grasvanger in de open stand,
zoals gewenst.
5. Zet de machine naar voren voordat u de grasvanger
weer in de werkstand zet om de grasvanger van het
gestorte gras te halen.
6. Beweeg de storthendel langzaam omlaag om de
grasvanger terug te zetten in de beginstand.
De optionele trekhaak
gebruiken
De machine kan werktuigen (die niet met de grond
in aanraking komen) met een maximum gewicht van
150 kg slepen.
1. Verwijder de grasvanger, zie Grasvanger
verwijderen.
2. Bevestig het werktuig aan de trekhaak onderaan op
het achterste deel van de tractor (Figuur 19).
1
Figuur 19
1. Trekhaak
1
G017883
G017878
18
Tips voor bediening en
gebruik
• Om de beste resultaten te verkrijgen, moet u de
motor op het maximale toerental laten draaien.
Om het gras goed af te maaien is lucht nodig;
zet de maaihoogte dus niet te laag en zorg dat de
maaimachine niet helemaal door ongemaaid gras
omgeven is. U moet altijd één kant van de machine
vrij van ongemaaid gras te houden, zodat lucht kan
worden aangezogen.
• Laat het gras iets langer dan normaal, om te
voorkomen dat oneffenheden in het gras volledig
worden weggemaaid. Als u gras van meer dan 15
cm lang gaat maaien, kunt u het best in twee keer
maaien om een goed maairesultaat te verkrijgen.
• Aanbevolen wordt niet meer dan ongeveer 1/3 van
de lengte van het gras af te maaien. Meer afmaaien
wordt afgeraden, tenzij het gras dun is, of in de late
herfst, wanneer het gras langzamer groeit.
• Maai afwisselend in verschillende richtingen, zodat
het gras rechtop blijft staan. Dit zorgt ook voor een
betere verspreiding van het maaisel, wat de vertering
en bemesting ten goede komt.
• Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per
jaargetijde. Om dezelfde maaihoogte te behouden,
wat een goede gewoonte is, moet u in het vroege
voorjaar vaker maaien. Als de groeisnelheid in de
zomer afneemt, maait u minder vaak.
• Als het gras langer dan normaal is of als het een
hoog vochtgehalte heeft, moet u de maaihoogte
hoger dan normaal instellen, het gras op deze
hoogte maaien en daarna het gras op de lagere,
normale hoogte maaien.
• Als u de machine moet stoppen tijdens het maaien,
kan er een kluit maaisel op het gazon terechtkomen.
Om dit te voorkomen, moet u als volgt te werk gaan:
– Schakel de maaimessen in en rij naar een deel
van het gazon dat al is gemaaid.
– Om het maaisel gelijkmatig te verspreiden, zet
u de maaihoogte één of twee standen hoger en
rijdt u vooruit met de ingeschakelde messen.