8. Steek het netsnoer in het stopcontact.
9. Zet de schakelaar aan de achterkant van de Analytical Module op de positie "I" om het
instrument in te schakelen (afbeelding 11). Controleer of de indicatorlampjes van de
Analytical en Operational Module blauw zijn.
Opmerking: Als een indicatorlampje rood is, is er een storing in de Analytical Module. Neem
voor hulp contact op met de technische ondersteuning van QIAGEN via de contactgegevens
in hoofdstuk 9.
Opmerking: Het instrument mag niet zo worden geplaatst dat het moeilijk is om de aan/uit-
schakelaar te bedienen.
Afbeelding 11. De aan/uit-schakelaar vinden en instellen op de positie "I".
10. De QIAstat-Dx Analyzer 1.0 is nu klaar om te worden geconfigureerd voor het beoogde
gebruik. Raadpleeg paragraaf 6.8 om de systeemparameters te configureren, de systeemtijd
en -datum in te stellen en de netwerkverbinding te configureren.
4.4 Aanvullende Analytical Modules installeren
Pak de aanvullende Analytical Module voorzichtig uit en installeer deze aan de hand van de
volgende stappen:
1. Bereid de QIAstat-Dx Analyzer 1.0 voor op installatie van de nieuwe module:
1a.
Schakel het systeem uit met de knop ON/OFF (AAN/UIT) aan de voorkant van de
QIAstat-Dx Analyzer 1.0.
1b.
Zet de schakelaar aan de achterkant van de Analytical Module op de positie "O" om
het instrument uit te schakelen.
Gebruiksaanwijzing van QIAstat-Dx Analyzer 1.0 01/2021
28