Bediening
Bedieningspaneel
Afb. 12: Het bedieningspaneel dient als weergave- en bedieningsinstrument en kan
worden opgedeeld in 3 functionele eenheden:
display [1], schakeltoetsen [2] - [7], statusindicatoren [8] - [18]
Belang van de functionele eenheden
Display, afb. 12:
[1] Alfanumeriek display:
tijdens het normaal gebruik wordt het aantal bedrijfsuren van het toestel
getoond,
in de modus "veilig werken" wordt de snelheid van de circulatie- en afvoerlucht
aangegeven,
tijdens de kalibreerroutine wordt de status van de kalibreerfunctie weergegeven,
tijdens de toestelgestuurde UV-desinfectie (optioneel) wordt de resterende
desinfectietijd getoond.
Schakeltoetsen, afb. 12:
Met schakeltoetsen kunnen de functies in- en uitgeschakeld worden:
[2] Toestel in-/ uitschakelen (uitschakelen alleen in stand-by-modus, zie par. "Beschrijving
van de bedrijfstoestanden" op pagina 34).
[3] Schakeltoets voor operationele gegevens met dubbele functie:
Operationele gegevens weergeven:
Omschakelen tussen de weergave van: bedrijfsuren, snelheid circulatielucht en
snelheid afvoerlucht in modus "veilig werken".
Functie Alarmbevestiging inschakelen (I) / uitschakelen (0):
In Off-modus de toets ca. 5 seconden ingedrukt houden. Op het display
verschijnt eerst kort het aantal bedrijfsuren en vervolgens de schakeltoestand:
I = functie alarmbevestiging ingeschakeld
0 = functie alarmbevestiging uitgeschakeld
Binnen de EU-zone (EN12469:2000) is de alarmbevestiging standaard
uitgeschakeld.
Gebruiksaanwijzing veiligheidswerkbank | MSC-Advantage | Hoofdstuk 6
31