DE HANDMATIGE MODUS GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN op bladzijde
19. Let op: Het kan eventjes duren voordat het
bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Selecteer het startscherm.
Als u het bedieningspaneel aanzet, wordt het
startscherm op het scherm weergegeven, nadat
het bedieningspaneel is opgestart.
Als u in een training bent, drukt u op het scherm en
volgt u de aanwijzingen om de training te beëin-
digen en om terug te keren naar het startscherm.
Als u in de instellingenmenu's bent, drukt u op de
terug-toets (pijlsymbool) om terug te keren naar het
startscherm.
Let op: Als u van plan bent een draagbare hart-
slagmonitor te gebruiken bij het bedieningspaneel,
moet u de hartslagmonitor omdoen voordat u de
loopbandriem start. Wanneer u de loopbandriem
aan het begin van elke training start, zoekt het
bedieningspaneel gedurende 30 seconden auto-
matisch naar de hartslagmonitor. Zie bladzijde
29 voor meer informatie over de draagbare
hartslagmonitor.
3. Start de loopbandriem en stel de snelheid bij.
Om de loopbandriem te starten, drukt u op Manual
Start (handmatige start) op het scherm of op de
toets Start op het bedieningspaneel. De loopban-
driem zal beginnen te bewegen met lage snelheid.
U kunt tijdens het oefenen de snelheid van de
loopbandriem naar wens veranderen door op de
snelheid-toenametoets en -afnametoets te druk-
ken. Iedere keer dat u op een toets drukt, verandert
de snelheidsinstelling met kleine stappen. Als u de
toets ingedrukt houdt, zal de snelheidsinstelling
sneller veranderen.
Als u op een van de genummerde snelheidstoet-
sen drukt, wordt de snelheid van de loopbandriem
geleidelijk aangepast tot de gewenste snelheidsin-
stelling is bereikt.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de helling-toenametoets en -afnametoets, of
een van de genummerde hellingstoetsen. Elke keer
als u op een van de toetsen drukt, zal de helling
geleidelijk veranderen tot deze de geselecteerde
hellingsinstelling bereikt.
BELANGRIJK: De eerste keer dat u de
loopband gebruikt, moet u eerst het hellings-
systeem kalibreren (zie stap 6 op bladzijde 27).
5. Uw voortgang bijhouden.
Terwijl u loopt of rent op de loopband, wordt een
selectie van trainingsinformatie weergegeven:
• De hellingstand van de loopband
• De verstreken tijd
• Het geschatte aantal calorieën dat u hebt
verbrand
• De afstand die u gelopen of gerend hebt
• De snelheid van de loopbandriem
Er is ook aanvullende informatie beschikbaar. Om
aanvullende statistieken of grafieken te zien of er
doorheen te bladeren, veegt u omlaag vanaf de
bovenkant van het scherm. U kunt ook drukken
op de toets + op het scherm om de statistische
gegevens of grafieken te zien. Let op: Als u een
compatibele hartslagmonitor draagt (zie blad-
zijde 29), wordt ook uw hartslag weergegeven.
Indien gewenst kunt
ook het volume bij-
stellen door op de
volumetoetsen op het
bedieningspaneel te
drukken.
Druk op de toets Stop of tik op het scherm en
druk op het pauzesymbool om de loopbandriem
te stoppen. Druk op de toets Start of druk op het
afspeelsymbool op het scherm om de loopband-
riem opnieuw te starten.
21
ETNT15421UX-INT